De vakbonden willen dat het brugpensioen in ere wordt hersteld. Ze krijgen daarbij de steun van de communisten van de PvdA, wat genoeg zegt. Hoe komen ze erbij, uitgerekend nu er op een relance gerekend wordt en men zowat overal volk tekort vreest te komen.
Het brugpensioen ontstond in 1973, toen de oliecrisis een einde maakte aan de boom van de jaren 1960 en er een vrij grote instroom was van jongeren geboren in de naoorlogse babyboom, toen er ook steeds meer vrouwen buitenhuis gingen werken.
Rond 1990 stopten de meeste landen met deze dure noodmaatregel, die voor de helft betaald werd door de staat. Alleen bij ons – ‘only in Belgium’ – ging men ermee door. Dat de werkgevers bij ons het bleven gedogen, was voornamelijk omdat het toeliet goedkoop personeel te laten afvloeien, ook toen het al lang duidelijk werd dat het brugpensioen niet de verhoopte arbeidsplaatsen voor de jongeren creëerde, die men had vooropgesteld..
Toen het bij de oude DAF slecht begon te gaan, werden in de fabriek van Oevel/Westerlo alle 50-plussers op brugpensioen gestuurd, ongeacht hun niveau, poetsdienst zowel als management. Toen het bedrijf enkele jaren later ook effectief failliet ging, verloren die mensen wel de helft van dat brugpensioen. Als ik in de Belgische fabriek was blijven werken, was ik op mijn 53ste met pensioen gegaan en daarvan mede het slachtoffer geworden. Gelukkig was ik enkele jaren eerder overgestapt naar het moederbedrijf in Eindhoven, waar ik het faillissement mee overleefde en pas met pensioen kon gaan op mijn 62ste. Tenslotte heb ik er gewerkt tot mijn 65ste.
Het brugpensioen is niet meer van deze tijd, zeker niet nu de gemiddelde vergrijzing toeneemt en de betaalbaarheid ervan een probleem is geworden nadat de tandem Verhofstadt/Vande Lanotte de door Dehaene daarvoor opzij gezette miljarden hadden opgesoupeerd.
|