Het is zo’n beetje traditie aan het worden dat mensen van een zeker niveau tegen dat ze met pensioen gaan dingen durven zeggen en schrijven, die ze vroeger stil moesten houden (ook al was het de waarheid) omdat het hun carrière had kunnen schaden. Wie men dat betaald gezet heeft (o.w.v. van zijn Vlaamse overtuiging) is bv Herman De Bode, die in het Amerikaans consultancybedrijf, waarin hij werkzaam was, op een zijspoor werd gezet nadat hij meegewerkt had aan het Warande Manifest. Ook Remi Vermeire, topman bij het nochtans Vlaamse KBC, heeft gewacht tot hij met pensioen ging alvorens hij zijn boek ‘België, de onmogelijke opdracht’ schreef en uitgaf. Zo zijn er nog wel enkele namen bekend (Crols, Verbeke) en meestal gaat het dan om Vlaamsgezinde mensen die in dit land op hun woorden moeten letten zolang ze actief zijn.
Bovenstaande geldt ook, zij het dan niet op het niveau van zijn Vlaamsgezindheid, maar dat van Financiën, voor Luc Coene, tot ergens in mei (dacht ik) nog gouverneur van de Nationale Bank van België (NBB). De man heeft – rechtuit gezegd – al wel eens meer een visie verkondigd die hem door partijen en zeker vakbonden niet in dank werd afgenomen. Nu het hem echter allemaal niet zoveel meer kan schelen, heeft hij nog eens de puntjes op de ‘i’ gezet over de zo druk besproken taxshift, die niet eens in de regeerverklaring van de Zweedse coalitie stond, maar waarover nu iedereen wil dat die er komt. Coene trouwens ook, maar dan wel iets genuanceerder.
In tegenstelling tot huidig minister zonder Financiën, Van Overtveldt, gaat het bij Coene niet over drie, maar over vier punten: we leven boven onze stand, we verdienen teveel, we werken met te weinig en het is alleen de overheid die echt banen schept, maar dan wel op kosten van de belastingbetalers.
België blijkt het enige land van de eurozone te zijn, waar de staatsuitgaven blijven stijgen. Daarbij komt nog dat die stijging in de eerste plaats te vinden is bij de gemeenschappen, de gewesten en de sociale zekerheid, terwijl het federale niveau, dat van alles en nog wat de schuld krijgt, hier vrijuit gaat.
België heeft nog altijd de hoogste uurloonkosten van de eurozone en de loonkloof is sinds 1996 niet met 2,9% geëvolueerd, zoals wel eens beweerd wordt, maar met 10%. Die loonkloof heeft niets te maken met nettolonen, maar met de totale loonkost die de werkgever moet betalen. De lonen nu mogelijk verhogen, zoals voorzien in het loonakkoord, vindt Coene dan ook geen goede zaak. Volgens hem is er geen marge voor.
Met een activiteitsgraad van 68% scoort dit land slecht. Alleen de Middellandse Zeelanden doen het nog slechter, alhoewel we daar liever niet mee vergeleken willen worden. Mocht dit land in 2018 haar begroting in evenwicht hebben, zoals beloofd door de regering Michel en daarna overschotten boeken, dan zullen deze laatste slechts de helft dekken van de vergrijzingskosten.
Alleen de overheid creëert nog banen, maar die moeten betaald worden door de belastingbetaler. Verhofstadt beloofde vroeger al eens 300.000 banen en die kwamen er ook, maar dan bij de overheid! Nu pas lekte nog uit dat één dienstenchequebaan de staat bijna 50.000 euro kost (in totaal 1,9 miljard euro per jaar!)! Waar zijn we mee bezig? De mensen die erin werken, komen niet (meer) uit het zwartwerk of langdurige werkloosheid en de dienstencheques bedreigen steeds meer vaste jobs, terwijl slechts 5% van de werknemers met dat statuut aan een vaste baan geraakt.
Kortom, als Coene min of meer gelijk heeft – wat ik geloof – dan zijn we er nog niet, verre van zelfs.
---
Tenslotte een rechtzetting. ‘Beweging.net’ is niet de nieuwe naam van het ACV, maar van het ACW. Ik heb het daar vroeger al eens meer moeilijk mee gehad, zodat ik dikwijls de term ACV/W gebruikte. Het ACW was vroeger zowat het politieke doorgeefluik tussen de vakbond en de politieke partij CD&V. Sinds het Arco-debacle is die schakel grotendeels weggevallen, wat er mede voor gezorgd heeft dat partij en vakbond zich onafhankelijker van elkaar opstellen.
|