.
Ons pensioenstelsel werkt volgens het herverdelingssysteem : de overheid betaalt de gepensioneerden met het geld dat het afneemt van de beroepsactieven. Zolang het aantal actieven stijgt of gelijk blijft, is er niets aan de hand. Daalt dit aantal dan gaat een steeds kleiner wordende groep (actieven) steeds meer moeten betalen om aan een steeds groter wordende groep (gepensioneerden) steeds minder voordelen te geven. Als die situatie zo blijft doorgaan of nog verergert, riskeert men dat het systeem in elkaar gaat storten, iets wat tot de mogelijkheden blijft behoren als men er niets aan blijft doen.
In Nederland en in enkele Angelsaksische landen heeft men eenzelfde systeem, met dit verschil t.o.v. het onze, dat het geld voor de pensioenen niet zomaar lukraak uit de staatskas wordt gegraaid als men het nodig heeft, maar dat het vroeger belegd werd, waardoor de staat dus geen extra geld moet uittrekken, tenzij misschien in uitzonderlijke gevallen.
Een heel ander systeem, dat tegenwoordig opgang vindt en reeds toegepast wordt in de meeste landen van Zuid-Amerika, maar ook in Australië, Oost-Europa en zelfs in Zweden is dat van het kapitalisatiestelsel. Het is een systeem waarin de actieve bevolking geld opzij zet waarmee later hun pensioen zal betaald worden. Dit geld is een percentage van het loon en komt op een persoonlijke pensioenrekening van de werknemer.Aan het einde van zijn loopbaan krijgt de werknemer dan een bedrag dat rond de 70% van zijn laatste loon ligt. Mocht het gespaarde bedrag hoger uitvallen, dan kan de werknemer dat verschil opnemen als hij met pensioen gaat.
Raar maar waar, dit systeem werd reeds in 1980 uitgedokterd door de toenmalige minister van sociale zaken in de Chileense regering van niemand minder dan Augusto Pinochet, ge weet wel, de generaal die Allende ten val bracht en door onze correcte politici nog steeds wordt uitgespuwd (vraag het maar aan Louis Michel die een kapitaal verspeelde door te trachten hem in Groot-Brittannië te laten aanhouden!). De man kwam donderdag 9 juni naar Brussel om er deel te nemen aan een colloquium over pensioenen, maar deze gebeurtenis werd in onze media doodgezwegen.
Dat dit pensioenstelsel ook door het sociaal democratische Zweden in 1998 werd overgenomen, toont duidelijk aan dat het werkt. De Scandinaven maakten er wel een gemengd systeem van waarin herverdeling en kapitalisatie naast elkaar zijn blijven bestaan. De Zweden moeten 18,5% van hun inkomen opzij zetten. Daarvan wordt 16% door de staat gebruikt om, via herverdeling, de huidige gepensioneerden te betalen, terwijl de overige 2,5% gestort wordt op een persoonlijke rekening van de werknemer. Tegen 2030 zal zo slechts 16,5% van de Zweedse inkomens naar pensioenlasten gaan, terwijl dit 26% zou zijn als het oude systeem (dat wij in België nog steeds hebben) was blijven bestaan.
En de Zilvervloot?, hoor ik al zeggen. Dat is praat voor de vaak. Een staat die een schuld heeft van bijna 100% van zijn Bruto Nationaal Product, kán geen geld opzij zetten. Dat weet Vande Lanotte ook, maar hij denkt dat de Belgen het geloven!