Trouwe lezers van mijn blog kennen mijn verhaal over Van Beethoven. Daarbij heb ik een bedenking waarvoor ik het eerste verhaal even herhaal.

   Ludwig Van Beethoven was de achterkleinzoon van een bakker uit Mechelen. Zijn muzikale genialiteit erfde hij van zijn grootvader Louis, een zoon van die bakker. Louis had het conservatorium in Mechelen gevolgd en is heel zijn leven met muziek bezig geweest. Via Leuven en Luik kwam hij tenslotte terecht in Bonn dat toen  deel uitmaakte van het keurvorstendom Keulen, dat deel uitmaakte van het Rijk der Habsburgers. Louis zou de laatste elf van zijn muzikale jaren beleven als Kapelmeister van diens orkest in Bonn. Jean, later Ludwigs vader, was Louis gevolgd en vond in Bonn de (Duitstalige) vrouw van zijn leven, zodat Ludwig daar geboren werd en in het Duits werd opgevoed. Op een gegeven ogenblik stierf de keurvorst zonder mannelijke erfgenamen en benoemde Keizer Jozef II van Wenen zijn jongste broer aan  als nieuwe keurvorst. Zo is Van Beethoven in Wenen geraakt.

--

   Mijn bedenking is dat, mocht grootvader Louis Kapelmeister geworden zijn in Brabant i.pl.v. in Bonn, zou vader Jean waarschijnlijk een Brabantse getrouwd hebben en zou Ludwig in het Vlaams-Brabants van die tijd opgevoed zijn en had hij Vlaams gesproken. Maar hij zou dan waarschijnlijk wel niet in Wenen zijn geraakt.

  ‘Het kan verkeren’ , zou Bredero gezegd hebben.