Er is de laatste dagen nogal wat te doen geweest over de nieuwe toewijzing van de overheidssubsidies voor de krantenbedeling. Die gaat al de hele tijd naar Bpost, maar nu zijn er kapers op de kust, waarbij een zekere PPP dat het voor bijna de helft van de prijs wil doen en bestaat de kans dat het nationaal postbedrijf dat contract kwijt speelt, wat een verlies van heel wat banen zou kunnen betekenen. PPP krijgt het verwijt dat het niet accuraat zou werken, maar dat geldt ook voor Bpost dat ook niet altijd synoniem was van goede service. Ikzelf kan daarvan meespreken. Ik heb een abonnement op ’t Pallieterke en The Economist en heb al meermaals meegemaakt dat ik die niet op tijd kreeg, soms zelfs na het weekeinde terwijl ik ze op donderdag en vrijdag moet krijgen. Tot twee keer toe is dit jaar ook een brief verstuurd van Kasterlee naar Mechelen niet aangekomen, nota bene: in dezelfde provincie. Ik heb daarover enkele keren gereclameerd, maar kreeg nooit een antwoord, zelfs niet op een brief die ik met een priorzegel had gefrankeerd (in het eigen postkantoor van Kasterlee!).
Hoe deze soap gaat aflopen is nog koffiedik kijken op het moment dat ik dit schrijf (woensdagavond), maar het zou me niet verwonderen dat er weer zo’n Belgisch compromis uit de bus zal komen zoals we er al maar al te veel al kennen, waarbij men straks het bos niet meer ziet van de bomen.
Nu, om een lang verhaal kort te maken, vind ik dat men best eens met een grove kam door al die overheidssubsidies mag gaan. Meestal vervalsen die de concurrentie, op welk gebied ook. Dat geldt ook voor subsidies aan politieke partijen en dan praten we over een veelvoud van wat Bpost krijgt. Voor politieke partijen hoeft dat niet. Die behoren de steun te krijgen van hun leden, die daarvoor betalen. En dan nog. Zie wat er in Nederland is gebeurd. De partij van Wilders, die zelfs officieel geen leden heeft, won de verkiezingen en die van Pieter Omtzigt haalde 20 zetels zonder één euro subsidie! Het kán dus.
|