In Brussel is er momenteel een hele heisa over ene Laurence Massart, eerste voorzitter van het Brusselse Hof van Beroep, die herbenoemd wil worden, maar niet tweetalig is – nochtans officieel een vereiste in Brussel. Als reactie daarop houden de Nederlandstalige leden van de Benoemingscommissie de benoeming van een nieuwe Brusselse procureur-generaal tegen. Die hebben daar bij het Parket dan ook geen tijd om zich bezig te houden met e.o.a. illegale Tunesiër. En als het dan in Brussel of Walllonië toch fout loopt, moet er maar een Vlaams federaal minister voor opstappen. Dat is trouwens niets nieuw in het Belgique à papa. Denk maar aan Lowie Tobback, die destijds kon opstappen na de zaak Semira Adamu, of aan Stefaan Declerck en Vande Lala, die insgelijks hun ontslag als minister mochten geven toen men Dutroux in Wallonië liet ontsnappen. Nu was het dus de beurt aan Quicky, die het zich na ‘Pipigate’ geen tweede fout meer kon veroorloven.
Voor Open VLD of wat ervan overblijft, is het ontslag van Quicky in elk geval geen goede zaak. De man startte zijn politieke carrière ooit bij het ID21 van Bert Anciaux en werd liberaal nadat Bert overstapte naar de socialisten. Hij was, na de aftocht van Lachaert, momenteel zowat de laatste steun van Alexander de Grootste bij Vivaldi, die straks het zesmaandelijkse voorzitterschap krijgt van de E.U. Het zou wel eens een vergiftigd geschenk kunnen worden…
|