Een week krokusvakantie en weinig politiek nieuws te rapen. Gelukkig is er nog Het Verhaal van Vlaanderen, waarbij mijn blog ter zake van 21 dezer toch weer opdook in de brievenrubriek van ’t Pallieterke. De 14de keer dat dit reeds gebeurt sinds begin mei vorig jaar en daar ben ik niet rouwig om. Al bij al bereik ik zo toch een ruimer lezerspubliek
In ’t Pallieterke zelf schreef ook oud-hoofdredacteur Karl Van Camp erover en zijn oordeel verschilde niet veel van het mijne, nl dat er in dat verhaal van Tom Waes wat té veel ‘vergeten’ wordt.
’t Pallieterke heeft een hele metamorfose meegemaakt. Het blad is verhuisd, van Antwerpen naar Grimbergen, is ruimer geworden, ook commerciëler en professioneler, zeg maar. Mijns inziens wel iets minder Pallieter. De laatste twee weken mis ik trouwens de columns van Jurgen Ceder, waarvan ik hoop dat die alleen maar met vakantie is. Wat mij eerder dwars zit is, dat men ook bij ’t Pallieterke blijft geloven dat de volgende Vlaamse regering zal bestaan uit een basis van N-VA en de partij van ons mateke, waarbij dan waarschijnlijk de Open VLD nog kan komen. Ik hoop dat ze tijdig zullen snappen dat dit geen oplossing is, maar een voortzetting van de impasse die we met de regering Pasbon meemaken, waarvan ’t Pallieterke zelf zegt dat ze ‘klinisch dood’ is.
Die hoop deed me denken aan een gedichtje uit mijn studententijd:
‘In hope a king does go to war,
In hope a lover lives full long.
In hope a merchant sales full far.
In hope just men do suffer wrong.
In hope the plougher sows his seed.
Such hope helps thousands at their need.
Then faint not hard among the rest:
‘Whatever chance, hope Thou the best’
|