Zondagavond zag ik op de VRT de vierde aflevering van ‘Het verhaal van Vlaanderen’, meer specifiek de Guldensporenslag, en was er echt van onder de indruk.
De Guldensporenslag is ‘het verhaal van een onmogelijke gebeurtenis’, zoals Karim van Overmeire het noemde in zijn boek daarover. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat een compleet en ervaren ridderleger werd verslagen door een leger van ambachtslui en boeren. Dit zou later in dezelfde veertiende eeuw nog eens worden overgedaan, toen een Schotse infanterie een Engels ridderleger versloeg. Mel Gibson maakte daar zelfs een film over (‘Braveheart’), maar wij waren hier wel de eersten die het klaar speelden*. Het was niet alleen de eerste keer dat er geen krijgsgevangenen werden gemaakt om daarna tegen losgeld terug vrijgekocht te worden (wat in de aflevering verteld werd), maar ook de eerste keer dat infanteristen te horen kregen dat, als ze zouden vluchten, ze door hun eigen medestrijders zouden gedood worden (wat niét verteld werd). Na de slag werden er 500 vergulde sporen gevonden, die als trofee werden opgehangen in de O.L.V.-kerk van Kortrijk.
Tenslotte moeten we ons de woorden van Pieter De Coninck in de oren knopen: als wij, Vlamingen, iets willen bereiken, moeten we dat ‘samen’ doen. Ook nu, net zoals toen.
---
*Ook de ‘Brugse Metten’, de aanleiding tot de Guldensporenslag, kregen elders een vervolg, nl op Sicilië waar ook daar Franse bezetters werden omgebracht bij de ‘Siciliaanse Vespers’, een gebeurtenis die door Giuseppe Verdi werd vereeuwigd in zijn opera ‘I Vespri Siciliani’.
|