N.a.v. het koninklijk bezoek aan onze vroegere kolonie, werden alle registers weer opengetrokken over de koloniale uitbuiting. Flup de laatste betuigde de zwartjes zijn spijt, maat opperde geen excuses die tot vergoedingen hadden kunnen leiden. Men vergeet daarbij constant te zeggen dat ‘Onze Kongo’ bij zijn onafhankelijkheid in 1960 voor die tijd in Afrika in vrij goede staat was. Een behoorlijk onderhouden wegennet, het spoornet ook en dat werkte. Er waren zelfs boekjes met de aangekondigde vertrektijden, die meestal nog klopten ook en dat gold eveneens voor de aansluitingen op de overzetboten. De doorsnee Kongolees had het niet breed, maar – zeker na de overname door België van de Vrijstaat Kongo, het privébezit van Leopold II - wel beter dan de dag van vandaag. Het sindsdien potverteren van het staatskapitaal en de ontwikkelingshulp gebeurde niet door de Belgen, maar door de eigen, nieuwe Kongolese machthebbers.
Kongo beslaat ± een kwart van het Afrikaanse continent, is veel te groot om als één land behoorlijk bestuurd te kunnen worden. Toen men het land zijn onafhankelijkheid gaf, had men het eerst moeten verdelen in een tiental staten*, min of meer volgens de etnische samenstellingen. Katanga had daar een voorbeeld van kunnen worden, maar dat werd niet toegestaan. Kongo moest een België in het groot worden. Zoals het nu is, ziet het er naar uit dat het daar nooit meer goed komt.
De Vlamingen speelden in Kongo dezelfde ondergeschikte rol als in België. De hardste werkers waren doorgaans de missionarissen en hospitaalzusters, overwegend Vlamingen, die er werkten voor een appel en een ei, maar bijna alles verliep er in het Frans en het woord ‘Flamand’ was en is er een scheldwoord.
Het huidige België, met zijn hoge staatsschuld en zijn begrotingstekorten is niet meer in staat om Kongo financieel te steunen. Alleen nog wat gerommel in de marge.
- Zo’n verdeling had men ook moeten doorvoeren in Zuid-Afrika, nog zo’n uitgestrekt land dat geen vooruitgang meer maakt.
|