We beleven rare tijden in een raar land. Het ergste van de coronacrisis lijkt voorbij, maar niemand is er gerust in dat dat zo blijft. Van de ene kant blijven de cijfers van de besmettingen en overlijdens hier langzaam maar zeker dalen, van de andere kant hoort men in het buitenland, ook in Europa, van allerlei opflakkeringen die – zeker in Europa - wel vrij kordaat worden aangepakt met grote en kleine lockdowns, maar waar wel buitenlandse toeristen worden toegelaten die op hun beurt het virus weer mee terug zouden kunnen brengen, net zoals dat in het voorjaar gebeurd is bij degenen die terugkwamen van de Noord-Italiaanse skioorden. Verder zijn er nog weinig mensen die hier snappen wat nog mag en niet mag, doordat tal van beslissingen om de haverklap gewijzigd en zelfs tegengesproken worden.
Ondertussen blijft men in dit land maar geld uitdelen. Op zich is dat niet fout, want men houdt de economie toch min of meer draaiende en de koopkracht op niveau. Van de andere kant is er geen visie op wat er daarna moet gebeuren. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat we hier geen regering hebben die naam waardig en dat men mordicus blijft zoeken naar een oplossing die er geen is. Een van het oude systeem dat niet meer werkt. De enige reden waarom dit gebeurt is omdat alle traditionele partijen (én de N-VA) maar één zaak willen vermijden en dat zijn nieuwe verkiezingen waarin – als we de peilingen mogen geloven – ze allemaal weer gaan verliezen, net zoals in mei 2019.
Wat er zou moeten gebeuren, is het opstarten van zaken die meteen kunnen zorgen voor werkgelegenheid en waarvan we de voordelen op lange termijn zullen genieten. In feite is dat niets nieuws, want dat werd al gesuggereerd tijdens de klimaatheisa. Alleen wou men toen meteen boter bij de vis, in de vorm van geld, veel geld. Denk maar aan de miljarden voor Timmerfrans. Zorgen voor de vergroening van onze steden en een duurzame mobiliteit kan ook met andere middelen die wat meer tijd zullen vragen en zal men stelselmatig moeten werken met een lange termijn visie. ‘Roma non fu fatta in un giorno’ (Rome werd niet op één dag gebouwd), wisten de Romeinen al.
|