Volgens Jan Denijs, de bekende arbeidskundige van Randstad, zakte België op het gebied van de werkzaamheidsgraad van 2007 tot 2017 van plaats 19 naar 24 en staat het land nog net vóór Griekenland, Spanje, Italië en Kroatië. Dit ondanks het feit dat Vlaanderen het nog vrij goed deed en boven het Europees gemiddelde bleef. Het probleem is de rest van het land, Wallonië en Brussel, waar de werkzaamheidsgraad respectievelijk 11 en 14% lager ligt dan in Vlaanderen. Het blijft altijd hetzelfde liedje: Vlaanderen werkt, Francofonië profiteert. Op de lijst met de werkloosheid van de regio’s stond Vlaanderen in 2019 op de 15de plaats, terwijl Wallonië op 24 en Brussel op 26 bleven hangen.
De gouverneur van de Nationale Bank (NBB) Pierre Wunsch, nochtans zelf een francofoon (die echter meer dan behoorlijk Nederlands spreekt), wist daarbij te vertellen dat Wallonië voor de periode 2021-2022 met overheidsuitgaven zit van 70%, dat is bijna 20% boven het reeds hoge Belgische gemiddelde én dat de Waalse economische structuur afhangt van de transfers uit Vlaanderen (iets wat kabouter Peumans recentelijk ook vertelde in een uitgebreid interview in ‘t Pallieterke).
In het licht van bovenstaande cijfers begrijpt men pas hoe idioot het is van onze socialisten om te eisen dat de arbeidsduur moet verminderd worden (‘Mateke’ Rousseau sprak zelfs van een vierdaagse werkweek*). Wie straks de Sociale Zekerheid nog gaat betalen, wordt er niet bij gezegd. Minder werken betekent immers minder afdragen.
*Doet me denken aan dat mopje over een vakbondsbetoging in 2050, waarbij een van de agitatoren roept dat ze de ééndaagse werkweek willen. Waarop er ene uit het publiek antwoordt: ‘Ja, maar niet op een maandag, hé’
|