In het juli-nummer van ‘Grondvest’, het ledenblad van de Vlaamse Volksbeweging (VVB), stond een peiling die het blad o.m. had voorgelegd aan de Vlaamse partijvoorzitters, met een dubbele vraag, nl a) wat 11 juli, de Vlaamse feestdag, voor hen betekende en b) of het een betaalde feestdag moet worden. De antwoorden waren voorspelbaar, op één straffe uitzondering na.
Dat de Vlaamsnationalisten, CD&V- en zelfs Open VLD-voorzitters uitkwamen voor hun Vlaamsgezindheid, was geen verrassing. Evenmin dat ‘bolleke’ Almaci en Conner Rousseau dat heel wat minder waren. Almaci noemde zich tegelijk Vlaming, Belg van Turkse afkomst, Europeaan en wereldburger en zei daarbij geen voorkeur te hebben. Rousseau haastte zich erbij te vertellen dat hij zich ook Belg voelde. Magnette moest het eens lezen!
De verrassing was de commentaar van Peter Mertens van de PvdA; Die gaf nl helemaal géén antwoord. Toen de redactie hem opbelde, zei daar iemand dat ze het zouden doorgeven. Na een tweede telefoontje antwoordde men dat het doorgegeven was. En daar bleef het bij. We moeten dus aannemen dat de communisten van de PvdA zich helemaal geen Vlaming voelen. Het is trouwens de enige partij die nog Belgisch unitair is en die nog dweept met communistische systemen zoals dat van China en van Kim Jong Oen (de laatste letter van de naam van de Noord-Koreaan – de u – spreekt men op VTM uit als een doffe Franse ‘e’. Blijkbaar willen ze daar de grote leider niet voor het hoofd stoten...
Tenslotte waren de zes partijvoorzitters, die wél reageerden, bereid om te trachten van 11 juli een betaalde feestdag te maken voor alle Vlamingen en geen apartheidsfeestdag meer zoals nu het geval is. In het slechtste geval zou men hem willen ruilen voor een andere feestdag, al zal 21 juli voor sommigen (voorlopig?) wel een brug te ver zijn.
|