Bij onze media is er dezer dagen nogal wat te doen i.v.m. de verkiezingen in Kongo. Daar werden, met liefst twee jaar vertraging, presidentsverkiezingen gehouden, omdat de huidige president, Joseph Kabila, zoon van, volgens de Kongolese grondwet – of wat daarvoor moet doorgaan – niet meer herkozen kon worden. Ondertussen zijn er allerlei niet onverwachte problemen gerezen omtrent kiesmateriaal dat in vlammen is opgegaan, de eeuwige geruchten van fraude, streken waar gewapende benden het nog voor het zeggen hebben en andere waar een Ebola epidemie heerst.
Allemaal erg, maar toch vraag ik me af wat wij daar nog mee te maken hebben. Zo goed alles wat België in dat land opbouwde is kapot gemaakt, alles wat er geïnvesteerd werd is verloren gegaan, al het geld dat men er nog in steekt is men ook kwijt. De belangrijkste grondstoffen die er zijn worden weggehaald door de Chinezen, die er wegen aanleggen die geen Kongolese steden met elkaar verbinden, maar mijnen met de dichtst bij gelegen vliegvelden, die meestal zelfs niet eens in Kongo liggen.
‘Onze Kongo’ is geen land, maar één uitgestrekte chaos, die niet meer te beheren valt. Als men daar ooit nog iets van wil maken, moet men het indelen volgens de gebieden van de etnische stammen die er leven. Daar er weinig kans is dat dat ooit gebeurt, zal het daar één grote miserie blijven van oorlog, miserie, hongersnood en epidemieën, zoals HIV en Ebola, die - nota bene - allebei daar ontstaan zijn. Er is geen enkel hulpprogramma of ngo die daaraan iets zal veranderen. Het land is niet ‘too big to fail’, te groot om te mislukken, maar is één grote mislukking juist omdat het zo groot is.
|