Zoals ik al meldde in mijn blog van 30 mei (‘Mare nostrum’) riskeerde de Spaanse minderheidsregering van Rajoy te vallen en dat is ondertussen gebeurd. De socialistische oppositie, gesteund door de Baskische en Catalaanse vertegenwoordigers, hebben met een meerderheid een motie van wantrouwen in Rajoy’s Partido Popular (PP) goedgekeurd en daarmee wordt de socialistische voorzitter Pedro Sanchez, die het voorstel had ingediend, automatisch de nieuwe premier. Het is zo’n beetje zoals wat in Wallonië gebeurd is toen men daar vorig jaar de PS wandelen zond. De kans bestaat dat er volgend jaar in Spanje nieuwe verkiezingen komen, maar ondertussen zou het nu wél kunnen dat de nieuwe regering tenminste met de Catalanen gaat praten, iets wat die steenezel van een Rajoy nooit wou doen.
En ook in de comedia dell’arte die zich in Italië afspeelt is er een ‘colpo di scena’, een onverwachte wending. De socialistische president Mattarella, die een eerste voorstelling van regering van populisten en uiterstrechtsen afkeurde, heeft nu de regering van die twee niet -traditionele partijen wél goedgekeurd, nadat die op de plaats van minister voor Financiën een andere kandidaat hadden voorgesteld. Veel zal dat aan de situatie daar niet veranderen, want de gewraakte kandidaat-minister, Paolo Savona, blijft wel in de nieuwe regering en nog wel als contactman met de E.U., waardoor de man in feite de Eurocraten nog meer dan genoeg vuur aan de schenen kan en zal leggen. Hopelijk gaan we daar nog e.e.a. mee meemaken.
De E.U. gaat het zwaar te verduren krijgen op zijn zuidflank, ook al omdat er ook in Griekenland weer de nodige onrust is n.a.v. nieuwe besparingen die nodig zijn om een zoveelste lening van Europa te krijgen.
|