Er was vorige week nogal wat commotie in de Wetstraat, n.a.v. een rapport van Björn Rzoska, Vlaams parlementslid voor Groen, die had aangekaart dat er niet alleen in de intercommunales veel geld aan de handen van politici en vrienden bleef hangen, maar dat dat ook het geval was bij de Vlaamse agentschappen: (advies)raden, handelsvennootschappen en andere overheidsdiensten. In feite ging het niet meteen om de poen zelf – sommige bestuurders doen er ook effectief werk - maar om het feit dat er al enkele jaren op Vlaams gebied beslist was dat die agentschappen tegen 1 juli 2018 voor één derde uit onafhankelijken zouden moeten bestaan. Daar zou tot op heden nog niet veel van in huis gekomen zijn.
Onze media waren er als de kippen bij om te stellen dat het gros van de postjes in die agentschappen tegenwoordig worden bezet voor N-VA’ers. Door leden dus van dezelfde partij die vroeger tégen die politieke benoemingen was. Dat argument klopt echter maar gedeeltelijk. Op de 29 nu bestaande agentschappen worden er inderdaad 10 geleid door N-VA’ers, maar ook 7 door CD&V’ers en 3 door liberalen. De overige 9 hebben geen partijetiket, wat toch al iets is. Daarenboven is de N-VA zowat de enige partij die links en rechts van die beheersfuncties uitdeelt aan niet partijgebonden personen. Dat heeft ook te maken met het feit dat ze het slachtoffer werd van haar eigen succes en in eigen rangen niet genoeg kandidaten vond die de diverse taken aankonden. Denk maar aan Jan Briers, de intendant van het Festival van Vlaanderen die zo, op voordracht van de Vlaamsnationalisten, provinciegouverneur kon worden van Oost-Vlaanderen.
De achterliggende reden van Rzoska’s betoog is natuurlijk dat er niemand van zijn eigen partij bij zit. Toen de groenen mee in de Vlaamse regering zaten, deelden ook zij mee in de benoemingen. Hetzelfde geldt voor de SP.a die haar mannetjes (en vrouwtjes) verwijderd zag toen de partij niet meer tot de meerderheid behoorde. Dat laatste in het kader van het zgz ‘soske shot’. Het is dus een verhaal van de pot die de ketel verwijt. Als een van de laatstgenoemde partijen morgen weer mee mag spelen, wordt het ook voor hun leden weer business as usual.
Het zijn trouwens niet altijd de politiek benoemden die op zo’n postjes uit zijn. Bij De Lijn zouden er vier posten moeten verdwijnen en was er een voorstel van de N-VA om die van de afgevaardigden van de vakbonden en werkgevers te schrappen. Groot alarm bij laatstgenoemden, die dat weigeren te doen.
‘Nicht ärgern, nur wundern’, zeggen onze oosterburen.
|