Daarmee zijn we weer aangekomen bij de laatste dag van een toch vrij bewogen jaar, op alle gebied. Ik ga daarover niet uitweiden, daar elke krant en zender er iedereen dezer dagen mee om de oren slaat. De winterprik lijkt deze week voorbij te zijn en het is maar zeer de vraag of we nog echt winter gaan krijgen. Het was hier in de Kempen toch nog eens even winter wonderland en het zal weer snel Pasen zijn. Als we ons ergens over bekommeren moeten, is het niet wat voorbij is, maar wat nog komen gaat. Ik vraag me af hoeveel mensen echt weten wat een indexsprong is, een taksshift en/of takslift, maar de kranten blijven er vol van staan, misschien aan gebrek aan betere onderwerpen. Niet alleen de vakbonden, maar ook allerlei andere organisaties moeten daarover hun mening kwijt en dit op een moment dat de koopkracht van de mensen, waarover zoveel te doen is, in werkelijkheid is gestegen (dat ze daartegen nog niet geprotesteerd hebben!). Dit heeft niets met de Belgische politiek te maken, maar hoofdzakelijk met het (waarschijnlijk tijdelijk) ineenstorten van de olieprijs. Door het stijgen van de koopkracht wordt de indexsprong wel steeds verder uitgesteld, waardoor de meeste bedrijven de invloed daarvan pas later zullen voelen. Vroeg of laat zal het toch moeten gebeuren en de enige troost voor de mensen die in de privé werken is, dat er hoe dan ook zal bespaard worden op de ambtenaren en de sociale zekerheid, wat de diverse overheden, ook de Waalse, goed uitkomt.
Tenslotte nog dit: Bart De Wever vindt dat we het best met heel wat minder politiek benoemden kunnen doen. Dat is ook zo, alleen moet men het dan niet aanpakken zoals bij senaat en provincieraden gebeurd is, want dat lost zo goed als niets op*. Dat men eerst eens begint die beide instellingen helemaal af te schaffen. Dat zou pas een structurele besparing opleveren.
Enfin, wie leeft zal zien en ongeacht wat er gaat gebeuren, wens ik al mijn lezers in elk geval een voorspoedig 2015 toe, in de eerste plaats een goede gezondheid en de rest zien we nog wel.
* ‘Hva De gjør, gjør fullt og helt og ikke stykkevis og delt’ (Henrik Ibsen). Ibsen was de schrijver van o.m. het toneelstuk ‘Per Gynt’, een Noors volksverhaal. Ibsens land- en tijdgenoot Edvard Grieg schreef er een muzieksuite voor, die samen met het toneelstuk in première ging, waardoor het stuk vrij bekend is geworden.
Vrij vertaald betekent bovenstaande uitdrukking: ‘Wat je doet, moet je goed doen’. Letterlijk: ‘Wat je doet, doe je volledig en heel, en niet stuksgewijs en verdeeld’.
|