‘The duty of the opposition is to oppose’. Dit Engels adagium spreekt voor zichzelf en het kan dan ook niemand van een oppositie kwalijk genomen worden dat hij/zij zich laat horen. Hij/zij wordt zelfs verondersteld dat te doen. In het geval van Crombez spreekt de man echter voor zijn beurt. Hij levert kritiek op zaken die officieel het daglicht nog niet gezien te hebben. Hij heeft daarvoor natuurlijk een reden. Officieel zitten we in de politieke vakantie (‘reces’ heet dat ding), maar hij heeft er behoefte aan zichzelf nu al te promoten in het vooruitzicht van het volgende SP.a congres, waarop hij zijn kandidatuur tot voorzitter wil veilig stellen en dat reeds in september zou plaatsvinden. De linkse oppositie in Vlaanderen moet opletten niet dezelfde fout te maken van de Antwerpse SP.a die, na de pandoering bij de gemeentelijke verkiezingen, waarbij ze na 90 jaar van de macht verdreven werd, elk besluit van de nieuwe meerderheid aanvocht. Met meestal als resultaat dat het besluiten bleken te zijn die ze daarvoor zelf getroffen had of die nodig waren om de eigen vroegere blunders ongedaan te maken.
Dat geldt trouwens niet alleen voor de linkse oppositie, maar ook voor instellingen als de VRT en De Lijn, die nu al staan te roepen omdat ze – misschien zelfs terecht – vrezen dat aan hun budget zal geraakt worden. Niet toevallig gaat het om twee hoofdzakelijk door linkse bastions beheerde instellingen, waar andere gezindheden moeilijk aan bod kunnen komen.
Als er voor een eventuele nieuwe, federale centrumrechtse regering problemen zullen opdagen, dan zullen die hoofdzakelijk te vinden zijn op het communautaire vlak. Denk maar aan het Arco debacle, waar CD&V zal trachten iets geregeld te krijgen, maar waar MR helemaal geen baat bij kan hebben. Of aan de zoveelste wijziging van de vliegroutes rond Brussel, waarbij Vlaanderen en francofoon Brussel weer tegenover elkaar zullen staan. Beide dossiers zijn door juridische en Europese beslissingen weer op tafel gekomen en ik zie niet in hoe dat zal worden opgelost zonder een nieuwe communautaire discussie. Zoals ik al meermaals heb geschreven: in dit land is alles communautair.
Tenslotte is er nog de prijsuitreiking, ttz de uitdeling van de federale ministerpostjes. Buiten deze van Kris Peeters staat er nog geen enkele vast – men weet zelfs niet eens met hoeveel ze zullen zijn - en alvorens dat gebeurt zal er niets kunnen worden opgestart. Een oppositie die zich nu al warm loopt om een regering te tackelen die er nog niet is en problemen aan te kaarten die er nog niet zijn, vecht dan ook tegen windmolens.
|