Wie herinnert zich niet de nieuwe uitdrukkingen uit de oranjeblauwe onderhandelingen van 2007: de borrelnootjes, de schootnota, de vette vis. Blijkbaar gaan we nu voor een tweede rondje van dat soort politieke vondsten. De eerste ervan is alvast: de afspiegelregering. De afspiegelregering is een federale regering die een afspiegeling is van de huidige gewestregeringen. In dit geval dus een regering met socialisten, christen-democraten, N-VA en Ecolo. Dat zou alvast inhouden dat iemand zoals Maingain er niet bij zou zijn. Jammer genoeg heeft men zelfs met deze combinatie niet genoeg zekerheid om een solide tweederde meerderheid te hebben, nodig voor een grondwetsherziening. Men zou er dan bv de groenen bij moeten nemen. Alleen al het idee dat die belgicisten mee zouden doen, is een garantie dat Vlaanderen het mag vergeten. Geen afspiegelregering dus. Misschien dan maar een met alle traditionele partijen van noord en zuid, plus de N-VA. Dan heeft men er Maingain echter wél bij. Hoe men het verder ook draait of keert, het zal voor De Wever geen gemakkelijke opdracht worden. Zijn grootste hoop is dan ook gevestigd op Di Rupo die, naar men hoopt, ruime toegevingen zal doen om toch maar eerste minister te kunnen worden. Als De Wever echter slim is (en dat is hij), dan moet hij doen wat hij al eens gezegd heeft: eerst een consensus vormen in Vlaanderen. De V-partijen haalden op 13 juni 45 procent van de stemmen in Vlaanderen. Dat is 9 procent meer dan in 2009. Jammer genoeg vertaalt zich dat niet evenredig naar de zetelvorming toe, omdat het aandeel van LDD niet kan worden verzilverd wegens het niet behalen van de kiesdrempel. Als CD&V voor één keer eens woord houdt en vijf minuten politieke wil toont, dan moet zij mee op de Vlaamse kar springen. Op paars moet voorlopig niet gerekend worden. Die partijen bereiden nu al hun volgende verkiezingsnederlaag voor. Marianne Thyssen heeft de maandag na de verkiezingen echter opnieuw verwezen naar de vijf resoluties van het Vlaams Parlement. Die dateren, nota bene, al van 1999 en omhelzen o.m. een verregaande fiscale autonomie voor de gewesten, een ondergeschikt statuut voor Brussel en de overdracht van het gezondheids- en gezinsbeleid naar de regio's. Daarin was toen nog geen sprake van confederalisme, maar dat hoeft ook niet meteen. De Wever is altijd al voorstander geweest van een stapsgewijze politiek. Als de V-partijen én CD&V daarover een consensus boeken, dan pas kan men de andere partijen, de francofone inbegrepen, voor de keuze stellen. Als die dan niet mee willen, dan geen premier Di Rupo en geen vervolg voor de NV België. Kortom: wij hebben een Uilenspiegel-, geen afspiegelregering nodig.