In het kader van de oktober actie als "maand van de energie", heeft Vlaams minister voor energie, Chris Peeters, gepleit voor meer premies voor energiebesparing, iets wat alleen maar toe te juichen is. Hij voegde daar nog bij, dat hij tegen 2020 het gebruik van airco en elektrische verwarming wil ontmoedigen. Dat van die airco kan ik aannemen: als een huis goed geïsoleerd en geventileerd is, heeft men dat in ons klimaat nauwelijks nodig, tenzij in enkele uitzonderlijke periodes, zoals bv dit jaar in juli. De elektrische verwarming is echter een ander paar mouwen. Als een huis goed geïsoleerd is, verbruikt een elektrische verwarming niet meer dan een andere. Ikzelf kan ervan mee spreken. Wij hebben zo'n verwarming en die kost ons per jaar zo'n 1250 euro. Daar is dan echter alles inbegrepen : alle elektrische toestellen, alle verlichting en alle verwarming. Wij werken met accumulatie in living, keuken en badkamer en hebben ook een boiler met datzelfde systeem. Voor de andere plaatsen, hall en slaapkamers hebben we convectoren met rechtstreekse verwarming, maar die worden in een gewone winter nauwelijks gebruikt. Peeters, waarvoor ik voor de rest alle respect heb - de man komt van Unizo en kent het klappen van de zweep - , zou betere diegenen ontmoedigen die de dag van vandaag nog steeds stookoliesystemen plaatsen. De stookolie ("mazout" voor de Belgen) is vreselijk duur geworden en zal dat meer dan waarschijnlijk blijven. Olie is een product dat moet worden ingevoerd en dat uitputtelijk is. Elektriciteit kan men echter van alles maken. De goedkoopste elektriciteit maakt men nog steeds uit kernenergie. Het CREG, de instelling die in ons land de energiemarkt reguleert, heeft nog niet zo lang geleden een studie vrijgegeven waarin stond dat stroom goedkoper kan worden als de kerncentrales langer zouden kunnen openblijven en niet vanaf 2015 zouden gesloten worden zoals beslist onder Verhofstadt I. Het VOKA (het vroegere VEV en de kamers van koophandel) van zijn kant heeft uitgerekend dat de vraag naar elektriciteit elk jaar met 2% toeneemt. Het komt er dan ook op aan dat onze bewindvoerders hun moed eens bijeenrapen en het voorbeeld volgen van Zweden, Finland, Nederland en Frankrijk waar, om uiteenlopende redenen, wél extra geïnvesteerd wordt in kernenergie. Buiten het veiligstellen van de eigen markt (België is het enige land in West-Europa dat bij piekmomenten niet over een reservevermogen beschikt), zal men dan ook gemakkelijker kunnen voldoen aan de eisen van het Kyoto-akkoord, iets wat nu tot heel wat kopzorgen leidt.