In mijn artikel van gisteren over het Europa der volkeren, vermeldde ik ook de Corsicanen en de Sarden ("Sardiniërs" of "Sardijnen" heten die in officieel Nederlands, maar dat ligt mij niet). N.a.v. enkele reacties daaromtrent, graag een beetje uitleg. De Corsicanen zijn een volk dat een Italiaans dialect als taal heeft. Corsica was Italiaans (meer bepaald: Genuees) tot 4 jaar vóór de geboorte van "Napoleone Bonaparte". Er is op het eiland sinds enkele decennia een ondergrondse beweging die strijdt voor de onafhankelijkheid. Jammer genoeg gebeurt dat met het nodige geweld, zeg maar type ETA tot nu toe, maar dan in iets mindere mate. Toch zijn er ook al heel wat Fransen die de Corsicanen beu zijn en niets liever zouden willen dat dan het eiland in de toekomst zijn eigen broodjes bakt. Voor Sardinië liggen de zaken iets anders. Om te beginnen is er een politieke partij die voor de onafhankelijkheid ijvert, helemaal democratisch dus en is er van ongeregeldheden weinig sprake. Af en toe wordt er wel eens gedreigd of ontploft er hier en daar een bommetje, maar dat allemaal relatief onschuldig. De Sarden hebben hun eigen taal. beter gezegd: hun eigen talen, want het eiland heeft een grote verzameling van talen en dialecten. De Sardische taal zelf bestaat feitelijk uit drie grote dialecten: het Campidanees, gesproken in het zuiden rond de hoofdstad Cagliari; het Logudorees in het noord-westen; het Nuorees in het centrale bergland. Dat laatste dialect heeft nog heel wat Latijnse invloed. Alhoewel het bergland nooit door de Romeinen werd bezet (die noemden het "Barbagia"), is hun taal er wel gebleven. Het Campidanees heeft nogal wat Moorse invloeden. Buiten de drie Sardische dialecten, die weinig met het Italiaans te maken hebben, zijn er nog enkele Italiaanse dialecten, zoals het Gallurees in het Noorden (Olbia en Tempio) en het Genuees op het eilandje San Pietro in het zuiden. Tenslotte is er nog het stadje Alghero, in het noord-westen, waar de bevolking Catalaans spreekt (het stadje was drie eeuwen Catalaans bezit). De Sardische steden, Cagliari op kop, zijn grotendeels veritalianiseerd, maar daarbuiten spreken de mensen thuis Sardisch. Italiaans leren ze op school, wat maakt dat ze die taal zonder accent spreken, iets wat men ook in Baskenland meemaakt met het Spaans. In tegenstelling tot de Corsicanen, die eerder introvert zijn, zijn de Sarden gemoedelijke mensen. Ik heb me ooit laten wijsmaken dat het komt, omdat de Corsicanen het Kruis aanbidden en de Sarden de maagd Maria. Dat laatste is dus zoals bij ons, Vlamingen en misschien is dat ook de reden dat ook de Sarden minder revolutionair van aard zijn. Misschien speelt de tijd ooit voor hen in hun voordeel.