Zoals enkele lezers al eerder gevreesd hadden, is Het Verhaal van Vlaanderen stilaan Het Verhaal van België aan het worden. Wat Tom Waes ons zondagavond in zijn achtste aflevering liet zien, ging in de eerste plaats over België, niet over Vlaanderen. Het officiële België moest francofoon zijn en dat gold in de eerste plaats voor wie de staat en de nieuwe industrieën beheerde. Het zou duren tot rond 1890 vóór het Nederlands als officiële taal werd erkend en dit ondanks het feit dat de Vlamingen steeds de meerderheid van het land uitmaakten. De generatie van mijn ouders kon het middelbaar alleen in het Frans doen en mocht zelfs op de speelplaats – in Vlaanderen, nota bene - geen Vlaams spreken. Dat onze Nederlandse taal in Vlaanderen niet verdween, kwam omdat het Belgische establishment vergat ook het lager onderwijs te verfransen. De toen ook al hardwerkende Vlamingen mochten zich niet alleen uitsloven in de nieuwe industrieën (wat in de aflevering verteld werd), maar ook in de Waalse mijnen (wat niét verteld werd). En waar waren Guido Gezelle, en Albrecht Roodenbach met zijn Blauwvoet, de Vlaams-katholieke studentenbeweging? Niet socialistisch genoeg?
Ook wat ‘Onze Kongo’ betreft, was het al Frans wat daar de klok sloeg, zeker onder het bewind van Leopold II die Kongo als zijn persoonlijk bezit beschouwde. De meeste wreedheden die er hebben plaats gevonden, waren uit de eerste periode van de rubberoogsten. Toen de Belgische Staat het Afrikaanse land van Leopold II overnam, was het daar nog niet meteen een hemel op aarde, verre van zelfs, maar wel iets menselijker. Maar Vlaanderen had daar weinig of niets mee te maken. Men moet ons daarvoor geen schuldgevoel aanpraten, want ook daarna werd Kongo bijna uitsluitend bestuurd vanuit francofoon België. De Vlamingen waren er alleen welkom als missionarissen en om straks misschien de rekening te betalen, maar speelden geen rol van betekenis in de kolonisatie. ‘Flamand’ was er zelfs een scheldwoord...
|