De zevende aflevering van ‘Het Verhaal’ ging over de periode na de Bourgondiërs tot 1830, het ontstaan van België. Het waren geen leuke tijden. Onze streken werden achtereenvolgens bezet door de Spanjaarden, de Oostenrijkers, de Fransen en tenslotte zelfs geannexeerd door de Nederlanders, waardoor de Nederlanden weer (even) één werden. Dat gebeurde na de slag bij Waterloo, die – merkwaardig genoeg – niet vermeld werd. Mijn kritiek dat men in Het Verhaal wel geen leugens vertelt, maar niet alles zegt, sluit daar naadloos bij aan. In 2015 werd de 200ste verjaardag van die slag hier bij ons nog officieel herdacht met o.m. een speciale penning.
Nieuw in die sombere tijden – en misschien juist daarom – was, dat de bevolking zelf er zich mee ging bemoeien. Er was de Boerenkrijg, waarbij in de aflevering ook weer geen namen werden vermeld; geen Rollier, Corbeel en andere Van Gansen, en de Brabantse Omwenteling waarbij wél namen werden vermeld: Vonck en Van der Noot. Geen van die twee opstanden was een succes, al diende de Brabantse Omwenteling wel als voorbeeld voor wat zich in 1830 in Brussel zou afspelen bij de vertoning van de opera ‘De Stomme van Portici’. Ze zorgde zelfs voor de kleuren van de nieuwe vlag: rood, geel en zwart
En zo arriveert ‘Het Verhaal’ bij het ontstaan van het toen officieel Franstalige België en dit ondanks het feit dat ook toen de bevolking overwegend uit Nederlandssprekenden bestond. Zo’n land zou later nooit meer uitgevonden worden, zoals we ondertussen weten. Hoe ‘Het Verhaal’ dat gaat verkopen zien we volgende zondag!
|