Brussel is de laatste week flink in het nieuws geweest als hoofdstad van de E.U., thuisbasis van de NATO en gastheer van de G7. Wie niet beter weet, zeker in het buitenland, moet een geweldig gedacht hebben van de stad. De werkelijkheid is echter heel wat genuanceerder.
Ergens in het najaar van 2021 heb ik reeds een blog geschreven over de belabberde toestand van de Brusselse begrotingen. Die waren er zo erg aan toe, dat het Rekenhof de begroting, opgemaakt door Brussels minister van Financiën Sven Gatz, terugstuurde omdat er op een gegeven punt sprake was van 777.000 euro i.pl.v. 777 miljoen euro. Nu blijkt dat die zaak nog steeds niet geregeld is en dat de stad nog altijd geen volwaardige begroting heeft voor dit jaar, 2022 dus. Als gevolg daarvan kan het alleen werken met voorlopige twaalfden, zoals men dat noemt. Dat wil zeggen dat Brussel maandelijks slechts één twaalfde van het budget van 2021 mag uitgeven.
Ondertussen zijn de Brusselse schulden tussen 2016 en 2020 met 90% gestegen naar 8,9 miljard euro, bijna 180% van de jaarlijkse inkomsten, staan er 10 Brusselse gemeenten onder financiële voogdij van het Brusselse Gewest en dreigt een faillissement. De bevoegde minister Clerfayt (Défi, het vroegere FDF) doet er niets aan en wordt al ‘Clairfailliet’ genoemd. Vrij vertaald: ‘klaar voor het failliet’. Met dank aan dertig jaar PS-bestuur.
|