Wout Van Aert werd zondag Belgisch kampioen wielrennen op de weg bij de profs. Dat was niet de eerste keer, want Wout had reeds zes nationale truien, maar niet op de weg: vier in het veldrijden en twee als kampioen tijdrijden. Hij is daarmee zowat onze grootste belofte en is dat des te meer als men bedenkt dat hij al eens was teruggekomen na een vreselijke valpartij in de Ronde van Frankrijk, terwijl hij in de maand mei van dit jaar nog een blindedarmoperatie moest ondergaan. Nu is dat laatste niet het ergste wat iemand kan overkomen. Op mijn 28ste heb ikzelf dat ook meegemaakt, maar ik was nooit een topsporter, die – zoals Wout - een dag vóór het Belgisch kampioenschap nog pas was teruggekeerd van een hoogtestage en daarvoor zo’n 1.000 km had moeten afleggen met zijn wagen.
Daarmee zet Wout, die uit het Kempische Lille komt (een buurgemeente van Kasterlee) de Kempense traditie van de grote coureurs voort, na Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy en Tom Boonen.
---
Ik had ook aan Wout gedacht, toen ik dat advocatenverhaal van 19 de0zer (‘Advocaturen en andere kuren’) schreef. Dat laatste i.v.m. met de zaak Nick Nuyens – Wout Van Aert, waarbij Wout veroordeeld werd tot het betalen van een som van meer dan 600.000 euro wegens contractbreuk. Ik ga me over die specifieke zaak niet uitspreken, maar ik heb er voor Van Aert geen goed oog in. Wout heeft nl in die zaak als advocaat Walter Van Steenbrugge, waarvan Kaaiman ooit vertelde dat het de Belgische advocaat was met de meeste verloren zaken. Dat Johan Vande Lanotte ook bij Van Steenbrugge is gaan werken – zoals we weten uit de zaak Kaouakibi – zal dat beeld niet verbeteren, denk ik.
|