Op 5 mei 2021 zal het 200 jaar geleden zijn dat Napoleon is gestorven. Dat zal herdacht worden en – zeker in Frankrijk – voor de nodige commotie zorgen.
Napoleon Bonaparte maakte van het Europa van zijn tijd één groot slachtveld waarop, naar schatting, zo’n drie miljoen mensen het leven lieten, waarvan ongeveer één derde Fransen. Tegelijkertijd zorgde de Corsicaan echter ook voor een historische omwenteling in de Franse en Europese maatschappij. De Code Civil, ook wel de Code Napoléon genoemd, veranderde van feodale wantoestanden naar een systeem van gelijkheid voor alle burgers.
Ze veranderde de administratie, het onderwijs, het gerecht en de financiële wereld. Men introduceerde de rijksregisters en de allereerste vaccinaties, de straatverlichting, de trottoirs en zelfs de huisnummers. Dat was natuurlijk niet het werk van de man alleen. Er waren vóٕór hem al andere mee bezig geweest, denk maar aan Voltaire en Rousseau, om er twee te noemen. En tussendoor was er ook nog de Franse revolutie. Dat de verlichting kwam en bleef, was wel omdat men een dictator nodig had om het door te drukken en dat was het werk van Napoleon. Daarbuiten sloot Napoleon een verdrag met de Paus, dat de basis werd van de scheiding van Kerk en Staat, schafte hij de joodse getto’s af en stichtte hij in Nederland zelfs de Rijkswaterstaat, die na de Franse bezetting behouden bleef.
Dat alles gebeurde tijdens de eerste helft van zijn bewind. Daarna werd de man echter zot van glorie, kroonde hij zichzelf tot keizer, schafte hij het parlement en de persvrijheid af en trok hij ten oorlog tegen jan en alleman. Tot men hem in Waterloo een halt toeriep en hem tenslotte verbande naar het eiland Sint Hellena in het midden van de Atlantische Oceaan, waar hij op 51jarige leeftijd stierf aan maagkanker.
Wat ik in de commentaren die nu reeds circuleren mis, is dat niemand schijnt te beseffen dat Napoleon geen echte Fransman was. Hij werd geboren op het eiland Corsica, dat 4 jaar vóór zijn geboorte door de stadsstaat Genua aan Frankrijk was verkocht geworden. Men sprak (en spreekt er nog steeds) Ligurees, een Italiaans dialect uit de Riviera dei Fiori. En zoals vele inwijkelingen werd Napoleon fanatieker dan de autochtonen zelf. Hitler was ook geen echte Duitser en in Wallonië vinden we voorbeelden te over van mensen die van buitenaf kwamen, met namen als Onkelinx, Cools, Van Cauwenberghe en Hedebouw, die dachten (en denken) een tandje te moeten bijsteken om te laten zien dat ze wel degelijk geïntegreerd zijn in hun nieuwe Waalse vaderland. Het is blijkbaar van alle tijden.
Ik heb het trouwens in mijn eigen familie meegemaakt. De huidige burgemeester van Nassogne, een buurgemeente van Marche-en-Famenne, heet Quirijnen (dat spreken ze ginder nu ‘kirenèn’ uit). Hij is een kleinzoon van een neef van mijn vader, die na WO II zijn boerderij op het Gooreind in de gemeente Wuustwezel verkocht en met vrouw en 7 (!) kinderen vertrok naar Harsin, nu een deelgemeente van Nassogne, waar hij een verlaten boerderij kocht met vijf keer zoveel grond als wat hij in Gooreind had.
---
En voor de petite histoire:
Van Napoleon gesproken, heb ik altijd de gewoonte gehad als iemand me vroeg ‘Weet ge wie er dood is?’, te antwoorden ‘Napoleon’. Toen ik die vraag ergens in november 1970 weer kreeg en ik dus, zoals steeds, ‘Napoleon’ antwoordde, zei de andere: ‘Ge bent er niet ver naast. ’t Is Charles De Gaulle’.
|