Volgens de Federale Overheidsdienst (FOD) van Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (Waso) – het kind moet een naam hebben – lijkt de Belgische arbeidsmarkt beter stand te houden dan gevreesd. Als reden daarvoor geeft Waso op dat de structuren van de eigen bedrijven er sinds de vorige financiële crisis beter op zijn geworden, dat ze bij het begin van de coronacrisis eerder te weinig aan personeel konden geraken, waardoor er relatief minder ontslagen vielen en – last but not least – dat de overheden massaal gesteund hebben. Als het goed is, zeggen we het ook.
Dit alles neemt echter niet weg dat die overheidssteun niet kan blijven duren en iedereen maar moet hopen straks weer op de eigen pootjes te kunnen staan. En er is nog iets.
Wat in de berichtgeving ter zake meestal niét verteld wordt, is dat het aantal werknemers dat nu tijdelijk werkloos is en door de overheid voor 70% betaald wordt, niet in de statistieken wordt vermeld. M.a.w. men gaat er gewoon van uit dat die straks, als het leven weer min of meer normaal zal verlopen, allemaal zo maar weer aan de slag zullen kunnen gaan. Dat is wishful thinking, zeker voor wat de horeca en de evenementensector betreft.
Er duikt trouwens een woord op, dat men de laatste jaren wat vergeten was: de zgz ‘reshoring’, waarbij men moet ophouden alles, wat enigszins kan, uit te besteden aan lage loonlanden en dat men eventueel een deel ervan – bv de onderdelen en halfproducten – naar hier moet terughalen. De blokkering van het Suezkanaal heeft aangetoond dat Europa veel te afhankelijk is geworden van de buitenwereld. Te lange aanvoerlijnen en de ‘just in time’ leveringen, zitten zo stilaan - letterlijk - aan hun grenzen.
|