‘Ja, misschien wordt het morgen beter, maar ’t wordt nooit meer goed’. Die zin uit een liedje van Urbanus van Anus heb ik hier al meer gebruikt, maar hij is nooit actueler geweest dan nu.
Bijna overal lijkt de corona-pandemie over zijn hoogtepunt en op vele plaatsen worden verboden en verstrengingen al afgezwakt of ongedaan gemaakt. Toch staat het als een paal boven water, dat de wereld straks niet meer dezelfde zal zijn. Wij gaan op alle gebied nog e.e.a. meemaken.
In de E.U. schat men dat het bruto binnenlands product voor dit jaar met gemiddeld 10% zal zakken. Wat dat op langere termijn zal betekenen is nog koffiedik kijken. Een groot deel van de werkende bevolking voelt dat nu nog niet, omdat het zijn job nog heeft, technisch werkloos is, ambtenaar is of een pensioen krijgt. Als de kloof tussen het inkomen en de productiviteit serieus zou vergroten, wat men links en rechts vreest, zal het de vraag zijn wie de rekening gaat betalen. Er zal nog een aardig woordje gepraat worden over die 500 miljard* euro die Macron en Merkel willen gaan verdelen als een soort subsidie, niet als lening. De E.U. kennende is de kans groot dat de politieke vriendjespolitiek nooit veraf zal zijn en dat het tenslotte de verbruiker zal zijn die de eindrekening zal mogen betalen via diverse vormen van belastingen. Zolang er in de E.U. geen eenvormige vennootschapsbelasting tot stand komt, zal er van een eerlijke verdeling van de lasten niet veel in huis komen. Zoals ik al eens meer geschreven heb, gelijkt de E.U. steeds meer een België in het groot.
*Volgens de verklaringen gisteren in het Europees Parlement van Ursula von der Leyen worden het 750 miljard. De bijkomende 250 miljard zullen bestemd zijn voor leningen die dienen terugbetaald te worden. Dat alles moet echter nog goedgekeurd worden door alle 27 EU-staten. De vraag is maar of de landen die al tegen de subsidiëring met 500 miljard euro waren (Nederland, Oostenrijk, Zweden en Denemarken) daarmee nu akkoord zullen gaan, want in feite is er aan het eerste bedrag niets veranderd. Dat zou moeten betaald worden aan de landen met grote schulden door landen die hun begroting min of meer sluitend hielden.
Wie wel meteen zijn volle steun aan het project gaf, was onze minister zonder Financiën en vicepremier De Croo, wat dus zou kunnen betekenen dat het land dat hij vertegenwoordigt – België, dus - geen geld nodig heeft, dat terwijl België verhoudingsgewijs veel coronabesmettingen heeft gehad en de Belgische staatsschuld vóór de corona-uitbraak groter was dan de Spaanse. Zou Crootje ook al Europese plannen hebben?
|