In deze rubriek heb ik al meermaals een lans gebroken voor een confederale aanpak, zeker nu we er op een andere manier toch niet uit zullen geraken, met of zonder nieuwe verkiezingen. ‘Als niets anders meer pakt’, schreef ik, ‘dan moeten de gewestregeringen, die wél blijken te werken, samen aan tafel gaan zitten en overeenkomen wat ze nog wel en wat niet meer samen willen doen’. Uitgerekend hetzelfde zegt in de weekeindkrant van De Standaard Philippe Destatte, directeur van het Institut Jules Destrée*, een onafhankelijke denktank die het Waalse overheidsbeleid analyseert. Dat instituut was vroeger eerder socialistisch, maar Destatte zelf heeft sinds het begin van deze eeuw geen partijkaart meer. In het artikel herinnert hij er ook aan dat de Walen nu al met de bibber op het lijf zitten als vanaf 2025 de transfers zullen worden afgebouwd, zoals overeengekomen bij de zesde staatshervorming. En dan is daar nog niet bij wat hij ‘de interpersoonlijke transfers via de Sociale Zekerheid’ noemt, die hij op jaarlijks zeven miljard euro schat.
Destatte pleit voor een confederaal België met vier evenwaardige regio’s: Vlaanderen, Wallonië, Brussel en de Duitstalige Oostkantons en dat het afgelopen moet zijn met die ‘Fédération Wallonie-Bruxelles’, waarvan de naam voor Destatte een aanfluiting is van de federale loyaliteit. De vier regio’s moeten samen aan tafel gaan zitten en een grondwettelijk verdrag sluiten. Verder ontwaart hij bij onze politiekers een gebrek aan institutionele geschiedenis en geeft hij als voorbeeld de pas als informateur bedankte MR-voorzitter Bouchez aan. Terug naar het unitaire België, zoals Bouchez insinueerde, is de doos van Pandora weer openen met dezelfde problemen die tot de huidige impasse hebben geleid.
Zo hoort men het ook eens van een ander, een Waal dan nog en niet de eerste de beste.
---
*Jules Destrée was een doctor in de Rechten en socialistisch politicus, die bekend bleef door een passage in zijn brief aan de toenmalige koning Albert I waarin hij schreef : ‘Sire, il n’y a pas de Belges’ en hij reeds in 1912 solliciteerde voor een federale staat. ’
|