Zoals ik halvelings verwachtte, is er nogal wat kritiek gekomen op de beslissing van Vlaams Minister Weyts om zich niets meer aan te trekken van de numerus fixus voor het ingangsexamen voor (tand)arts. Het is de eerste keer dat Vlaanderen dat doet, terwijl de francofonen die regel al 21 jaar aan hun laars lappen. Wij Vlamingen worden verondersteld de Belgische wetten gedwee na te leven, de francofonen hoeven dat alleen te doen als het hun uitkomt. En als we het dan ook zo doen, is er meteen kritiek uit de eigen rangen.
In De Standaard van dit weekeinde staan twee volle bladzijden kritiek op Weyt’s beslissing. Ondertussen blijkt dat we zelfs nu niet alleen al een tekort hebben aan huisartsen, spoedartsen en tandartsen, maar eveneens aan kinderpsychiaters en geriaters. Daarbij komt nog – zoals ik in mijn blog van gisteren schreef – dat de eerste studenten die er nu extra via het ingangsexamen bijkomen, pas over zes jaar afstuderen. Tegen die tijd kunnen er een heel deel reeds gevestigde dokters mee gestopt zijn of met pensioen zijn gegaan,
Dat meer dokters de Sociale Zekerheid meer geld gaan kosten, is een feit. Die Sociale Zekerheid krijgt men nu al maar amper gefinancierd en dat zal er niet op beteren, meer of minder dokters ten spijt. Dat de geneeskunde daardoor duurder zal morden, is echter een fabeltje. Meer concurrentie zal die zelfs goedkoper maken.
Wij moeten hier in Vlaanderen af van die kruiperige mentaliteit voor al wat Belgisch is. Waals viceministerpresident Crucke beweert dat wij, Vlamingen, de Walen maar Untermenschen vinden. In werkelijkheid is het juist andersom. De Vlamingen ondergaan de Belgische wetten, de Franstaligen misbruiken ze. Wie 21 jaar lang duldt dat een wet door de francofonen overtreden wordt, maar pas reclameert als de Vlamingen dat een eerste keer doen, kan men bezwaarlijk een moedig mens noemen en dan blijf ik nog beleefd...
|