De beslissing van de Nederlandse overheid om de snelheid overdag (van 05.00 tot 19.00 uur) te beperken op de autosnelwegen, om daarmee de stikstof terug te dringen, lijkt voor kritiek vatbaar, maar is in feite iets dat werkt. Op de VRT kwam een verkeersdeskundige (Ajo Beekman, dacht ik) vertellen dat auto's minder uitstoten als ze tussen 80 en 100 km/uur rijden. Ook dat klopt. Alleen vertelde de brave man er niet bij waarom. Ik heb dat verhaal ooit eens verteld in deze rubriek, n.a.v. een beslissing van toenmalig Vlaams verkeersminister Ben Weyts, die de snelheid op de Vlaamse gewestwegen van 90 op 70 terugbracht, iets waarmee ik het niet eens was. Die beslissing van Weyts en die van de Nederlandse overheid, hoe verschillend ook, hebben iets met elkaar gemeen: de overdrive.
Tegenwoordig hebben al onze auto's een vijfde en soms zelfs een zesde versnelling, die men de 'overdrive' noemt. De andere versnelllingen zijn in werkelijkheid vertragingen. Eens men in die overdrive versnelling zit, draait de motor aan dezelfde snelheid als de versnellingsbak. Men hoeft dan ook maar lichtjes op het gaspedaal te duwen om die snelheid aan te houden en op die manier verbruikt men minder en vervuilt men minder. Dar geldt voor zowel voor wanneer men trager dan wel harder rijdt.
Ik schreef dat artikel over Weyts, omdat men aan 70km/uur niet in overdrive kan schakelen en dus meer verbruikt én vervuild. Als men dat op alle Vlaamse gewestwegen doet, wat nu het geval is, is dat een seieuze extra vervuiling. Hetzelfde gebeurt als men in de laatste versnelling, de overdrive dus, sneller gaat rijden.
|