Ik schrijf al jaren dat ze die provincies (én de senaat) beter zouden afschaffen. Ze zijn nog een relict van het unitaire België en bij de vloed van staatshervormingen heeft men het niet aangedurfd er een eind aan te maken. Wat dat betreft is men bij de Nationale Bank realistischer geweest. Die heeft nl haar provinciale zetels wél afgeschaft. Bij de zesde en voorlopig laatste staatshervorming heeft men toen toch het aantal provincieraadsleden tot maximaal 36 herleid. Dit heeft wel tot het typisch Belgisch resultaat geleid dat Wallonië weer eens bevoordeeld werd, want daar er met absolute cijfers gewerkt wordt en niet percentueel heeft men daar nu meer provincieraadsleden dan in het dichter bevolkte Vlaanderen. De kosten van onderhoud en de logistieke werking ervan blijven echter bijna even veel geld kosten. Er is trouwens overal nog wel een gouverneur met zijn hofhouding van ambtenaren, om de ‘bestendige deputaties’ en de arrondissementscommissarissen niet te vergeten.
De huidige provincies hebben een deel van hun taken ondertussen overgedragen aan de gemeenten en/of aan het gewest en dat geldt ook voor een deel van de provinciale ambtenaren die naar het gewest zijn overgestapt. Tekenend is wel het feit dat het openluchtmuseum van Bokrijk, zelf een relict van het oude Vlaanderen, wél bij de provincie Limburg blijft.
Een argument dat de voorstanders van het voortbestaan van de provincies hebben, is dat men beter eens zou snoeien in de haast 2.000 (!) intercommunales die net als de provincies in de eerste plaats ook maar dienen om gebuisde politici te depanneren met soms erg lucratief betaalde postjes. Daar is iets van waar, maar die intercommunales zou men eveneens kunnen afschaffen en/of reorganiseren, wat het land nóg meer zou opbrengen.
Bij de verkiezingen van zondag heeft men dus ook voor die provincieraden moeten stemmen, ook in enkele kleinere gemeenten waar maar één partij opkwam en men dus verkiezingslokalen moest installeren voor alleen maar een haast overbodige provinciale verkiezing. Men doet nu alsof de uitslagen ervan best kunnen dienen als peiling voor de komende federale en regionale verkiezingen van mei 2019. Het zou wel eens de zoveelste mislukte gok kunnen worden.
---
In de marge van bovenstaande nog dit. Het kan nóg erger voor wat de geldverkwisting met ambtenarij betreft, nl in het Brussels gewest, dat niet beschouwd wordt als een provincie, maar dat in feite wel is. Met zijn kleine anderhalf miljoen inwoners telt het 19 gemeenten, een regionale regering, twee gemeenschappen, drie gemeenschapscommissies en ook een gouverneur, die men daar de ‘Hoge Gewestelijke Ambtenaar’ noemt. Al die instellingen hebben hun ambtenaren waarbij men zich redelijkerwijs kan afvragen wat die feitelijk allemaal doen.
|