‘Binnenkort missen we die Koude Oorlog’, was een uitspraak van de Amerikaanse politicoloog John J. Meansheimer kort na de val van de Berlijnse Muur. Daar werd toen lacherig over gedaan, maar enkele decennia later zou het wel eens weer actueel kunnen worden. Het heeft er alle schijn van, maar het zal hopelijk zo ver niet komen. Rusland en de USA zitten op ramkoers na de chemische aanval op het Syrische Douma en de reactie daarop van de westerse geallieerden. Zoals ik al schreef, bleek die aanval later in mineur te zijn doorgegaan evenals de reactie van Rusland erop, een reactie die feitelijk niet gekomen is en waarbij het alleen bij dreigementen is gebleven. Toch zijn de ingrediënten voor een nieuwe Koude Oorlog nog steeds aanwezig, al hoeft dat niet persé een dreiging met de klassieke wapens te zijn. Een in verhouding goedkope cyberaanval bv vanwege Rusland behoort tot de mogelijkheden, zoals die er al enkele heeft uitgevoerd, o.a. tegen Estland in 2007 en tijdens de Amerikaanse verkiezingen in 2016. Tussendoor werd er echter ook echt aangevallen, zoals bij de inval in Georgië, de annexatie van de Krim, de bemoeienissen in Oost-Oekraïne (met als dieptepunt het neerhalen van vlucht MH 17 van Malaysian Airlines) en de instap in de Syrische burgeroorlog. Hoe erg ook, dit zijn allemaal, bij manier van spreken, tussenkomsten in Poetin’s achtertuin en zal men het daarbij misschien wel laten. Dat het grootste deel van die Russische interventies door het Kremlin steevast ontkend worden, zijn we nu ook al stilaan gewend geworden. ‘Mijn naam is haas, ik weet van niks’.
Ondertussen beginnen de Amerikaanse en andere Westerse sancties Rusland wel pijn te doen. De Russische economie bedraagt maar ongeveer één tiende van die van de USA en dat geldt ook voor het militair budget. Met aan de ene kant Poetin, ‘een cynische mix van ultranationalisme, corrupte kleptocratie en uitzichtloze machtspolitiek’* en aan de andere kant een totaal onvoorspelbare Trump, blijft alles nog mogelijk. Deze laatste heeft ondertussen wel de Russische oligarchen in het vizier, stuk voor stuk steenrijke Russen die sinds de jaren negentig zowat alle belangrijke staatsbedrijven en industrieën in handen hebben. Die kregen ze toen wel van Jeltsin, maar hebben hun rijkdom onder Poetin meestal kunnen behouden door zich gedeisd op te stellen. Wie dat niet deed, zoals bv een Chodorkovski, CEO van de oliemaatschappij Yukos en in 2004 – volgens Forbes - de rijkste man van Rusland, ging de gevangenis in en mocht blij zijn het overleefd te hebben. De man is ondertussen Rusland ontvlucht maar, zoals de recente feiten in Londen hebben aangetoond, is dat geen reden om niet meer voor zijn leven te moeten vrezen.
Kortom, een nieuwe Koude Oorlog zou voor niemand goed zijn, en zeker niet voor Rusland. Het land is vandaag niet meer de machtsfactor van weleer. Dat weet Poetin ook en daarom kunnen we alleen maar hopen dat het bij ‘war by proxy’ zal blijven, zoals in Syrië of wat virtuele krachtpatserij op het Internet.
* Die beschrijving van Poetin komt niet van mij, maar van Stephen M. Walt, een vermaarde buitenlandexpert aan de universiteit van Harvard, die dat neerschreef in het vakblad ‘Foreign Policy’.
|