Eind jaren 1980 nam DAF het noodlijdende British Leyland over en werd het een beursgenoteerd bedrijf. Alle DAF-medewerkers kregen aandelen, ter waarde van 500 gulden, waarbij ik de mijne bijna meteen verkocht. Reden daarvoor was een artikel in de financiële rubriek van de Gazet Van Antwerpen, waarop ik toen nog een abonnement had (dat was vóór Concentra de krant overnam met de steun van Stevaert). Daarin stond als titel: ‘DAF voor een korte rit’. De specialist Economie & Financiën van de ‘Frut’ geloofde blijkbaar niet in groei van de vrachtwagenproductie. Hij doolde, want de oude DAF ging enkele jaren later wel failliet, maar maakte een doorstart en is nog steeds een bloeiend bedrijf. De reden waarom de vrachtwagenproductie daarna steeg i.pl.v. te zakken, was het ‘just in time’ leveren, een nieuwigheid waarmee de Japanners begonnen waren. De bedrijven sloten grotendeels hun voorraadmagazijnen en opslagplaatsen en de vrachtwagens werden rijdende entrepots. Als gevolg daarvan had (en heeft men nog steeds) meer trucks nodig en zorgen die mee voor een oververzadiging van onze (snel)wegen.
Dat de personenwagens alleen de schuld zijn van de huidige files, zoals een vertegenwoordiger van het transport eergisteren op Tv kwam vertellen, is maar een halve waarheid. Het kan zijn dat de vrachtwagens slechts 2% van het vervoer uitmaken, maar dat is alleen als men één truck telt t.o.v. één personenwagen. Als men weet dat een vrachtwagen echter de plaats inneemt van 4 tot 6 personenwagens, verandert het plaatje. En er is meer.
Vorige week donderdag reed ik van Kasterlee naar Edegem om daar mijn oudste zus – op bezoek vanuit Sardinië, waar ze woont - op te halen. Ik deed anderhalf uur over de 55 km en dat kwam omdat er vóór de afrit Ranst op de E34 (vanuit Turnhout) reeds een file stond. Dus nog vóór de samensmelting met de 313/314, richting Antwerpen. Ik kon gelukkig de afrit Ranst nog nemen en via een omweg, plus de doortocht van Mortsel (waar de maximumsnelheid stapvoets is), Edegem bereiken. Toen ik zaterdag mijn zus weer naar Edegem deed, waren er (bijna) geen vrachtwagens en ook geen files en deed ik er een half uur minder over.
Een van de redenen waarom vrachtwagens in dit land hun goederen ’s nachts niet kwijt raken, wat een deel van de oplossing zou kunnen zijn, is omdat nachtarbeid in de regel hier – dank zij Kris Peeters en zijn vakbonden – zo goed als verboden is. Hetzelfde liedje dat we horen bij de postorderbedrijven die meestal vanuit Duitsland en vooral Nederland opereren, wat hier duizenden jobs kost.
Een tweede reden is het uitblijven van de Antwerpse Oosterweelverbinding. Mocht men verder zijn gegaan met het Lange Wapperproject, dan zou die brug er nu gestaan hebben en was een deel van het probleem rond de koekenstad opgelost. Dat laatste werd pas nog bevestigd door Antwerps havenschepen Van Peel.
En zelfs daar houdt het niet bij op. Op de Brusselse buitenring is men bezig een nieuw Oosterweel te creëren, met de bouw van drie belevenis- en supermarktcomplexen plus een nationaal voetbalstadion, waar ook winkels e.d. bij zullen zijn. Dat betekent dagelijks duizenden extra personen- én vrachtwagens op een centrale doorgang die nu bij het minste probleem al vast loopt…
‘Wat wij, Vlamingen, zelf doen, moeten wij beter doen’, zei wijlen Gaston Geens. Die moet zich al dikwijls hebben omgedraaid in zijn graf…
|