Mijn vader zei altijd dat er maar twee soorten rijken waren: zij die echt héél rijk, schatrijk waren en zij bij wie men niets kon afpakken. Dat was vroeger zo en zal zo wel blijven, zeker in deze tijd waarin men de grootste kapitalen met één toetsdruk naar een ander land kan doen verdwijnen. Maar ook de superrijken zelf blijven niet zitten tot hen iets overkomt. Dat hebben we zopas nog kunnen meemaken met Alexandre Van Damme, beschouwd als de rijkste Belg van het ogenblik, die verhuisd is naar de omgeving van het meer van Genève, in Zwitserland, waar hij een optrekje met een tuin van een dikke twee hectaren heeft gekocht en vanwaar hij naar Brussel over en weer vliegt in een privé jet.
Van Damme is niet de enige rijke die het hier voor bekeken houdt. Alleen in Luxemburg en Zwitserland wonen er al zo’n kleine 50.000 (!) Belgen, waarvan meer dan 46.000 officieel geregistreerd, met daarbij een behoorlijk aantal dat het hier financieel niet meer zag zitten. Fernand Huts, de flamboyante baas van Katoennatie, bv woont ook al enkele jaren in Groot-Brittannië en diens fortuin is maar een fractie van dat van Van Damme, een verfranste Vlaming wiens familie uit Blankenberge afkomstig is. Eens zien hoe lang Coucke nog hier in zijn kasteel zal blijven. Met een minister van Werk in een, nota bene, centrumrechtse regering, die het steeds maar heeft over vermogens(winst)- en meerwaardenbelastingen, wat in feite voor fiscale instabiliteit zorgt, zou Van Damme wel eens meer navolgers op het idee kunnen brengen het hier voor bekeken te houden. Volgens de toch vrij nuchtere econoom Geert Noels kost de verhuis van Van Damme de Belgische schatkist alleen aan ontlopen inkomsten aan roerende voorheffing nu al 70 miljoen euro …
Om die schatkist te vullen, onze staatsschuld af te bouwen en de kosten van de vergrijzing onder controle te houden, zal er wel wat meer nodig zijn dan het knip- en plakwerk waar de opeenvolgende Belgische regeringen. De simpelste remedie is te zorgen voor meer werk en de huidige federale regering (jobs, jobs, jobs!) weet dat. Voor een land als het onze betekent dat in de eerste plaats zorgen voor meer werk in de privé en de export. Die laatste moet het o.m. hebben van handelsovereenkomsten en we weten nu wat daarmee kan gebeuren. Met de 45% van onze bevolking die nu in België rechtstreeks of onrechtstreeks voor de overheid werkt (in Wallonië zal dat nog een pak meer zijn), zullen we het niet redden en wordt straks onze zo geroemde sociale zekerheid onbetaalbaar.
|