Het inzetten van bedrijfswagens in dit land is ooit begonnen toen werknemers volgens een overeenkomst met de sociale partners voor een zekere periode geen loonsverhoging konden krijgen. De loonkloof met de naburige landen, weet u wel. I.pl.v. een loonsverhoging, wat niet (meer) mocht, begonnen bedrijfsleiders het personeel dat er toch een verdiende te belonen met gebruik van een auto van de zaak, tankkaart inbegrepen. Die ingreep was een godsgeschenk, want – in tegenstelling tot een loonsverhoging – hoefde het bedrijf op die wagens geen extra staatsbelasting te betalen. Mede als gevolg daarvan kwamen er steeds meer voertuigen in omloop wat o.m. leidde tot nog meer filevorming en luchtvervuiling. Daar werd wel regelmatig tegen geprotesteerd door milieubewegingen en aanverwanten, maar dat hield de groei van de bedrijfswagens niet tegen. Zo’n half miljoen Belgen ‘genieten’ er momenteel van. Nu komt de federale regering af met een nieuwe wet ter zake, waarbij de werknemer zou moeten ontmoedigd worden om nog lang er met een bedrijfswagen rond te rijden. In de plaats daarvan kan hij vanaf april 2017 ook kiezen voor wat ze een ‘mobiliteitsbudget’ noemen. Dat kan gaan tot 600 euro per maand en bestaat erin dat de werknemer kan beslissen om te stoppen met de bedrijfswagen en daarvoor bv het openbaar vervoer neemt, met de fiets naar zijn werk gaat en nog van dat moois. In feite krijgt hij dan cash i.pl.v. een auto, maar dat wil men niet gezegd hebben. Want indien het een echte loonsverhoging was, dan zou die bij het andere loon gevoegd worden en betaalde men daarop belastingen, zou men er pensioenrechten mee opbouwen en bijdragen tot de sociale zekerheid. Nu dus niet, zodat men weer eens een typisch Belgische wet heeft moeten maken, met de nodige uitzonderingen en achterpoortjes. En er is meer.
Dat mobiliteitsbudget geldt alleen maar voor wie nu al een bedrijfswagen heeft. Wie die niet heeft, krijgt (voorlopig) niks extra en moet feitelijk, via zijn belastingbijdrage, mee betalen voor de extra kosten die dat budget voor de staat meebrengt. Doet denken aan de groene stroomcertificaten, waar ook de mensen die geen zonnepanelen hadden geplaatst toch mee moeten betalen. Noem het maar discriminatie.
Deze centrumrechtse regering zou zorgen voor structurele veranderingen. Zo te zien is het echter steeds meer van hetzelfde. Volgens mij zal dat nooit ophouden, tenzij men de financieringswet radicaal wijzigt en een soort vlaktaks invoert, waarbij alle inkomsten gelijk belast worden, met hoogstens een uitzondering voor de laagste categorieën. Dat laatste heeft men met succes gedaan in de Baltische staten, toen die zich losrukten uit de Sovjet Unie. Hier blijkt zoiets onmogelijk, reden waarom het hier van kwaad naar erger gaat en men tenslotte het bos niet meer ziet door de bomen. Ondanks alle geklaag hebben we het hier niet slecht, maar men vergeet daarbij te gemakkelijk dat het behoud van onze welvaart stoeit op een staatsschuld om U tegen te zeggen. Duitsland heeft die niet en Nederland is die drastisch aan het verminderen. Hier blijft men plakken en knippen en hangt alles nog aan elkaar met spuug en paktouw. De vraag is alleen maar ‘hoe lang nog?’.
|