Zoals halvelings te verwachten was, krijgt John Crombez nu kritiek uit zijn eigen partij o.w.v. het feit dat hij openhartig heeft toegegeven wat de neutrale Vlaming al lang door had, nl dat zijn partij – de SP.a - zeker voor wat betreft migratie en vluchtelingenproblematiek de mensen maar wat heeft wijsgemaakt of, in het beste geval, niets gezegd heeft waar men dat wel had moeten doen. De kritiek van Bruno Tobback is die van een slechte verliezer. Als hij zelf niet ‘zoon van’ geweest was, zou hij meer dan waarschijnlijk nooit partijvoorzitter geworden zijn.
Het meest opmerkelijke is echter de kritiek van Bertje Anciaux. ‘Ansjofis’, ook al een ‘zoon van’, maar dan zgz met Vlaamsnationale roots – wat meer geldt voor de vader dan voor de zoon - geeft nog steeds de voorkeur aan enig pluralisme binnen zijn partij en noemt de uitleg van Crombez een die gezien moet worden vanuit een 'monoculturele' visie.
Waar is de tijd dat heel wat Vlaamsnationalisten van de Volksunie wát blij waren dat de partij een nieuwe jonge voorzitter kreeg, juist omdat hij een ‘zoon van’ was van iemand die de partij tot dan vrij trouw was gebleven. Uitgerekend die nieuwe, jonge voorzitter zou de bakens eens verzetten. Dat heeft hij inderdaad gedaan, maar dan met een scherpe bocht naar links. In zijn dolle rit naar het multiculturele proletariaat slaagde hij erin drie partijen om zeep te helpen: de Volksunie zelf, Idee 21 en Spirit, waarna hij tenslotte socialist tout court werd. Zelfs dit laatste lijkt hem stilaan te rechts. Waar wacht hij op om nog maar eens een nieuwe partij te stichten, zoiets in de trant van Syriza of Podemos? Straks krijgen we in Europa een socialisme à la carte, voor elk wat wils. Het kan altijd nog linkser, tot er tenslotte aan de linkerkant alleen nog de afgrond wenkt, zoals Franz-Joseph Strauß dat ooit kleurrijk verwoordde.
|