Het Iers bruto binnenlands product (bbp) is vorig jaar met een spectaculaire 26% gestegen. Iets ongezien in deze sombere financiële tijden, waar men al blij is met 1 tot 2%. Daarmee zakte het Iers overheidstekort met liefst 10% (van 90 naar 80%, 25% lager dan dat van België). Hoe kan zoiets nu? Wel, vrij simpel, Ierland heeft zowat de laagste vennootschapsbelasting van de Westerse wereld en door de financiële spanningen die er tegenwoordig zijn, zoals o.a. de Brexit, kiezen veel multinationals eieren voor hun geld. Ze nemen een Iers bedrijf over en regelen het boekhoudkundig zó alsof ze daar zelf zijn overgenomen. Verscheidene van deze firma’s, vooral Amerikaanse, verplaatsen echter ook hun hoofdzetel naar Ierland en dat brengt ook jobs met zich mee.
Na de vroegere beslissingcentra en de nog bestaande notionele intrestaftrek is de vennootschapsbelasting de nieuwe hype aan het worden in de internationale politiek. Na Nederland en Luxemburg is best mogelijk dat ook Groot-Brittannië straks aan een lagere belasting van dat type gaat denken. Dat laatste doet trouwens ook Johan Van Overtveldt, onze minister zonder Financiën. Die stelt al langer voor die belasting te verlagen van de huidige 33,90 naar 20%, maar heeft daarbij af te rekenen met de tegenstand bij CD&V. Hoe de tsjeven het blijven volhouden is mij een raadsel, zeker nadat gebleken is dat ‘hun’ speculatietaks een verliestaks is geworden die de staat geen geld opbrengt, maar geld kost. Mocht Van Overtveldt in zijn poging slagen, dan zou hij er trouwens best aan doen die belasting niet te verlagen naar 20, maar meteen naar 15%, want dat is het cijfer waar de andere kandidaat veranderaars naar streven.
In deze discussie liggen niet alleen de christendemocraten dwars, maar ook de echte linkse partijen. Zij vinden het – deels zelfs terecht – niet kunnen dat de modale Belg 45 tot 55% belasting betaalt (naargelang zijn inkomen), terwijl de bedrijven maar 15% zouden betalen. Die bedrijven zorgen echter niet alleen voor jobs, maar ook voor opbrengsten voor de aandeelhouders. Deze laatste zijn niet (meer) allemaal stinkend rijken, maar ook verzekeringsmaatschappijen, beleggings- en pensioenfondsen, waarin de dag van vandaag meer dan vroeger ook gewone mensen beleggen, zeker sinds de rente op de spaarboekjes gekelderd is.
Het blijft uitkijken wat er bij de Brexit nog allemaal zal komen kijken, maar voor wie zich een beetje interesseert in het slijk der aarde zullen het nog spannende tijden worden.
|