Terwijl onze media plaats tekort komen om verder uit te weiden over de terreurdreigingen die er boven ons hoofd zouden hangen, zou men nog vergeten dat er ook nog wat anders gebeurt. Zo speelt zich in Europa een verhaal af dat wel eens veel belangrijker zou kunnen zijn, want het gaat om onze centen.
Toen de eurocrisis in 2011 uit de pan dreigde te slaan, waren er heel wat mensen die hun euro’s begonnen om te zetten in andere valuta, waaronder de sterke Zwitserse frank. Daardoor kwam de economie van dat land in de problemen en besloot de nationale bank van Zwitserland in september van dat jaar een plafond in te voeren, waarbij men voor 1 euro nooit meer dan 1,2 Zwitserse frank kon krijgen. Om de munt onder dat plafond te houden heeft die centrale bank steeds meer vers bijgedrukt geld in omloop moeten brengen. Tegelijkertijd verlaagde ze haar belangrijkste rentetarief van -0,25 naar -0,75 procent, negatief dus. Al die maatregelen hebben niet mogen baten.
Nu heeft diezelfde nationale bank dat plafond opgeheven. Dat gebeurde eergisteren en vond plaats zonder enige voorafgaande kennisgeving, als een donderslag bij heldere hemel. De frank schoot dezelfde dag met liefst 40% omhoog en eindigde tenslotte op +16%. De Zwitsers werden meteen 16% rijker, maar dat geldt ook voor hun export die met hetzelfde percentage duurder is geworden. Al wie een of meerdere productiebedrijven heeft in het land van Willem Tell zal daar rekening mee moeten houden. Voor Belgische bedrijven geldt dat vooral bij wie in de chemische of farmaceutische sector bezig is. Ook de toeristische industrie in Zwitserland zal het geweten hebben, in de eerste plaats de skioorden, die daarvoor al niet van de goedkoopste waren. Verder zullen steeds meer Zwitsers hun aankopen over de grens gaan doen en daar het een klein land is, is dat daar voor velen nooit ver rijden. Toeval of niet, maar volgende week is er in Zwitserland ook het jaarlijks terugkomend ‘Wereld Economisch Forum’ in Davos, al zullen de deelnemers daarvan niet wakker liggen van de diverse hotel- en restaurantrekeningen die meestal toch door derden worden betaald.
Wat hebben wij daar mee te maken? Dat valt nog te bezien. Nu al is het duidelijk dat er ook in het buitenland valutahandelaars en beurshuizen failliet (zullen) gaan. Een eerste bekend geval is Alpari UK, de hoofdsponsor van de Engelse premier league voetbalclub West Ham. Er is er zelfs al een slachtoffer gevallen aan de andere kant van de wereld, in Nieuw-Zeeland. Om maar te zeggen hoe klein de wereld tegenwoordig geworden is.
Tenslotte hangt er ons nog e.e.a. boven het hoofd. Uitgerekend donderdag a.s. zal de Europese Centrale Bank (ECB) waarschijnlijk aankondigen dat het een ‘kwantitatieve versoepeling’ zal doorvoeren, in technische termen ‘Quantitive Easing’ genoemd (QE), waarbij – om het in gewone mensentaal te zeggen – vers geld wordt bijgedrukt, waarmee staatsobligaties kunnen worden opgekocht. Dit hangt al lang in de lucht en is in feite een kopie van wat al enkele jaren bestaan heeft in de States, waar het mee gezorgd heeft voor een heropleving van de economie. Of dat in Europa hetzelfde effect zal hebben, is maar de vraag. De USA is maar één land, de E.U. is een kluwen van landen, waarbij het risico bestaat dat bv de Duitse belastingbetaler straks zal mogen opdraaien voor de schulden die gemaakt zijn in Griekenland en omstreken. Of het zover komt is niet zeker, maar de kans is groot dat er hier weer een oplossing uit de bus komt met de nodige uitzonderingen en achterpoortjes. Iets op zijn Belgisch, zeg maar. De economen zullen in elk geval de volgende weken wel weten waarover te schrijven.
|