Nogal wat Vlaamsnationalisten hebben bedenkingen bij het feit dat de N-VA, die zich ook Vlaamsnationalistisch noemt, in het nieuwe Vlaamse regeerprogramma, waar de partij nu de lakens uitdeelt, niets heeft staan dat ook maar iets te maken lijkt te hebben met het communautaire. Nu is het zo – zoals ik zelf ook al eens ergens schreef – dat in dit land alles wel min of meer communautair is, maar niets is toch maar weinig. Er zijn er zelfs die zich afvragen, hoeveel overtuigde Vlamingen er de volgende verkiezing nog voor de N-VA zullen blijven stemmen als die situatie zo zou blijven. Als dat pas over vijf jaar is, is dat echter nog ver weg en in de Belgische politiek een eeuwigheid.
Het probleem is dat men vóór de verkiezingen van 25 mei stiekem hoopte dat de zgn V-partijen de volstrekte meerderheid zouden halen. Was dat gebeurd, dan was er meteen ook de vraag geweest van één miljoen: gaat de N-VA nu eindelijk eens samenwerken met het VB, als ze met zijn tweeën de volstrekte meerderheid in het Vlaamse parlement zouden halen? Ik heb ooit ergens eens geschreven, dat, mocht de N-VA het dan niét doen, ze de geschiedenis in zou gaan als de Volksunie bis.
Zover is het echter niet gekomen. De N-VA haalde een riante verkiezingsoverwinning, maar kon die niet verzilveren, omdat ze ten koste ging van een even groot verlies voor het VB en het verdwijnen onder de kiesdrempel van LDD. De partij werd niét incontournable en mocht zelfs blij zijn nog mee te mogen spelen. Theoretisch hadden de traditionele partijen de N-VA zelfs niet eens nodig om welke regering ook te vormen en hadden ze de mogelijkheid een tripartite te maken. Dat was dus een compleet nieuwe situatie, waardoor de partij van De Wever slechts één luik van haar programma zou kunnen trachten te verwezenlijken, nl het sociaal-economische. Het communautaire luik gaat de diepvries in, in het slechtste geval tot 2019. Mocht dat laatste gebeuren dan zie ik de partij inderdaad een deel van haar huidige Vlaams cliënteel verliezen. Momenteel is er echter geen alternatief. Het is t.i.n.a.: ‘there is no alternative’, voorlopig althans.
Voor de overtuigde Vlamingen wordt het weer een tijd van nagelbijten, alhoewel er zich gegarandeerd wel situaties genoeg zullen voordoen waarbij het communautaire duiveltje wel uit zijn doosje zal springen. Voor wat het federale niveau betreft, moet men zich niet te veel illusies maken. Men zal al blij zijn de club, die men hoopt bij elkaar te krijgen, ook bij elkaar te kunnen houden. Op Vlaams niveau is er nu toch de troostprijs dat een Vlaamsnationale partij er de grootste is en dat voor de allereerste keer een Vlaamsnationalist Vlaamse minister-president kan worden. Na Antwerpen is dat de tweede prijs die de partij binnen haalt. Voor de derde, op het federale niveau, zal het nog wel even wachten worden en zou het kunnen zijn dat het daar nooit iets zal worden. Tenzij dat niveau, om welke reden ook, zou verdwijnen en Vlaanderens zelfstandigheid een feit zou kunnen worden. Dat is echter voorlopig nog dromen.
Tenslotte zijn er dit najaar nog twee gebeurtenissen die we helemaal niet in handen hebben, maar die voor ons van belang zouden kunnen zijn, nl de referenda in Schotland en Catalonië. Mocht één ervan al maar lukken, zou er alvast een precedent zijn en wordt het uitkijken hoe Europa daarop gaat reageren. Europa, het derde niveau waarmee rekening zal moeten worden gehouden, ook door Vlaanderen mocht het ooit zover komen.
|