Dat het Belgische gerecht niet fatsoenlijk werkt, is geen nieuws meer. Iedereen die er een beetje om bekommerd is, heeft daar al lang vele vragen bij en ondergetekende heeft ook al meer dan eens bepaalde absurditeiten ervan aangeklaagd. Nieuw is misschien dat ons gerecht nu ook openlijk in vraag wordt gesteld door de eigen hoogste magistraten die inderdaad ook zelf het bos niet meer zien door de bomen. ‘Ons wetboek is waanzinnig’, zegt Yves Liégeois, procureur-generaal in Antwerpen.
Dat Belgisch wetboek bestaat al zo’n 200 jaar, is dus ouder dan België zelf en is feitelijk nooit serieus hervormd, maar steeds opgelapt totdat het een lappendeken is geworden waarin bijna niemand zich nog terugvindt. Advocaten zijn verplicht zich te specialiseren in één bepaald onderdeel, weten daar dan ook alles van en vloeren met gemak niet alleen de rechters, die over (bijna) alles moeten kunnen oordelen, maar ook de onderzoeksrechters, die op hun eentje verondersteld worden een hele procedure volgens alle oude en nieuwe wetteksten op te volgen. Daar dit hoe langer hoe moeilijk wordt, volstaat het kleinste foutje om te komen tot de beruchte procedurefouten, die in ons rechtssysteem zo stilaan eerder de regel dan de uitzondering zijn geworden. Ergens een handtekening te weinig, een telefoontje te veel en de beschuldigde criminelen, dikwijls verkrachters, mensensmokkelaars, fraudeurs, wapenhandelaars en drugsbaronnen, kunnen vrijuit gaan. Vorig jaar waren er zo’n dozijn procedurefouten bij ernstige delicten, waardoor niet alleen de gerechtszaken verstoord werden, maar waarbij criminelen ook de kans kregen te ontsnappen.
Volgens Liégeois is er maar één oplossing en dat is de wetgeving volledig vanaf nul te herschrijven. Een oplijsting van de knelpunten, zoals Turtelboom, die zelf geen juriste is (nog zo iets typisch Belgisch!), er een heeft besteld bij een paar professoren strafrecht, is niet genoeg. Mijns inziens zou het nóg beter zijn mocht heel die justitie eerst communautair gesplitst worden, waarna zowel Vlaanderen als Wallonië er een eigen betekenis aan kunnen geven. Als er vanaf april van dit jaar een aparte Nederlandstalige en Franstalige tuchtrechtbank kan komen, zoals is voorzien, kan men best de lijn doortrekken en álles splitsen. Vroeg of laat zal dat toch moeten gebeuren en anders heeft men daar twee keer werk mee. Zolang dat niet gebeurt, kan men maar best een goede, maar dure advocaat nemen die ter zake gespecialiseerd is. Succes verzekerd.
|