Slechte tijd voor de bon belges. Er gaat
bijna geen dag voorbij zonder e.o.a. typisch Belgisch schandaal. Enkele recente
voorbeelden.
-
Vorig
jaar werden er op de Belgische wegen voor 382 miljoen euro boetes
uitgeschreven. Voor dit jaar wordt er zelfs geschat dat het 460 miljoen zal
worden. Hoe men dat laatste cijfer nu al weet, is mij een raadsel, maar daar
gaat het even niet om. Laat ons aannemen dat het kan kloppen. Iedereen weet dat
het gros van die boetes in Vlaanderen en door Vlamingen zal betaald worden,
gewoon omdat de meeste mensen in dit land in Vlaanderen wonen en vooral omdat
het overgrote deel van de flitspalen bij ons staan, bij ons waar ook de meeste
wegcontroles plaats vinden. Laat ons aannemen dat de Vlamingen straks 80% van
die boetes gaan betalen. In een normaal federaal land zou dan ook 80% van de
opbrengst naar onze regio moeten terugvloeien. Dat gebeurt echter niet. Ook
geen 60%, zijnde het percentage Vlamingen binnen België. Vlaanderen krijgt maar
de helft, 50% dus. In gewone mensentaal betekent dat, dat Vlaanderen 368
miljoen euro zal betalen en er daar slechts 230 van zal terugzien. Wallonië,
dat slechts 92 miljoen zal betalen, krijgt er ook 230 terug. Die extra transfer
van 138 miljoen euro loopt in de gebruikelijke richting, van noord naar zuid.
Terwijl de kans groot is, dat we straks weer te horen zullen krijgen dat we
niet solidair genoeg zijn
-
Er
moeten in de Belgische overheidsbedrijven 101 nieuwe benoemingen gedaan worden,
waarvan 5 topjobs (bij de NMBS, Infrabel, Belgocontrol, de Nationale Loterij en
de investeringsmaatschappij FPIM). De regering beschikt daarvoor over een eigen
federale selectiedienst, Selor, maar besliste van deze dienst geen gebruik te zullen
maken. Er werden een aantal zgz headhunters aangesproken, die allemaal een
vijftal kandidaten mogen zoeken en voordragen, maar dan zonder enige voorkeur.
Klap op de vuurpijl is dat daarenboven ook de zes vice-premiers (één voor elke
regeringspartij) een eigen kandidaat mogen voordragen. M.a.w. één grote
politieke koehandel uit de oude doos. Toen deze zaak ter sprake kwam in het parlement waren noch
Di Rupo nog een van die vice-premiers aanwezig en mocht invaller Labille (de
vervanger van Magnette) het komen uitleggen. Die las gewoon een briefje af,
zonder enige uitleg en stapte weer naar zijn plaats, onder algemeen hoongelach
van de oppositie. Opmerkelijk was, dat de Waalse minister dat alleen in het
Nederlands deed. Van Franstalige kant was er geen enkele opmerking op deze gang
van zaken. Daar vindt men het blijkbaar Charleroi indachtig - de normaalste
zaak van de wereld dat er op het gebied van de postjes gesjoemeld wordt.
-
Wat
in de Belgische politiek kan, moet ook kunnen in, het Belgische voetbal, moet
men gedacht hebben. Dat Belgisch moet trouwens met een grove korrel zou
genomen worden, want er zijn nog weinig zgz profclubs waar men de eigen spelers
op meer dan één hand kan tellen. Ik vraag me zelfs af, waarom men zich blijft
bezig houden met die gouden schoen, terwijl er al een ebbenhouten schoen is
voor de groep voetballers die de tegenwoordig meerderheid in alle clubs vormt.
De club met de beste Afrikanen wint. Dat men in zon wereldje tenslotte niet
meer weet wat een voetbalploeg betekent, hebben we deze week kunnen meemaken in
Waregem, Antwerpen en Oostende. Volgens mij zien de plaatselijke supporters
zelf niet meer wie er in hun ploeg op het veld staat. Dat veld zelf kennen ze
nog wel. In Gent waren er zelfs die met de graszoden van het Ottenstadion naar
huis gingen. 'Onze Lieve Heer moet zijn aantal hebben', is de vrome leuze. In het Belgische voetbal lijkt dat geen probleem te zijn.
-
|