Honderd jaar geleden verdween de steengroeve van Overlaar
HOEGAARDEN - Verschillende auteurs wijzen op een vergeten stuk economische geschiedenis van de gemeente: de steenontginning.
G. Stoops en R. Nijs publiceerden een overzicht van de bouwstenen uit onze ondergrond. De Haspengouwse bodem leverde in het verleden veel materiaal voor bouwwerken: de tufeau van Lijsem, het kwartsiet van Rommersom (en Overlaar, en Wommersom), de Gobertingensteen... Het hertogdom Brabant leverde vijf soorten ijzerzandsteen.
G. De Geyter wijst op het belang van het kwartsiet van Rommersom, een hard materiaal geschikt voot gebouwen en bestrating. De ontginningen kwamen voor in Overlaar, Bost, Goetsenhoven, Outgaarden, Hoegaarden, Huppaye en Marilles.Hij brengt in herinnering dat in 1910 de laatste steengroeve in Overlaar sloot. Ze was in handen van de gebroeders Ausloos.
(De kerk van Overlaar is opgetrokken uit kwartsiet van de streek.
Meester Albert Guilluy beschreef ook hoe hij als kind de verhalen van de verdwenen groeve aanhoorde. Zelf fotografeerden we nog een steenkuil in 1969 in Overlaar, net voor ze werd gedicht met grond van de E40.
De Gobertingensteen wordt nu nog in Malen bovengehaald. Het is een kalksteen die van oudsher gebruikt werd voor kerken en gebouwen tot in Antwerpen, Breda, Amsterdam, Alkmaar... Hij bleek bestand tegen de zwaveluitstoot bij steenkoolverbranding. De steenbanken strekken zich uit in de Getevallei tot in Hoegaarden. Ook daarvan konden landbouwers 'gaten' en steenlagen aanwijzen bij ons in het veld.
|