Eindeloos genieten aan het water in Umbriëxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toscane, maar dan zonder de horden toeristen. Zo ziet Umbrië eruit. En groen, héél groen. Met daarmiddenin het Trasimeense Meer, het op drie na grootste van Italië. 's Zomers vormt dat het ideale decor voor een vakantie aan het water. Met errond een brok natuur, dorpjes en kastelen, charmante hotels en verfijnde restaurants. Rond het meer kan je kiezen uit 650 accommodaties, van vakantiehuisjes en campings over B&B's en charmehotels tot échte tophotels. Onze tips.
Het Trasimeense Meer, 128 vierkante kilometer groot, is slechts zes meter diep en wordt enkel gevoed door regen en kleine stroompjes. Hier hakte in 218 voor onze jaartelling Hannibal de Romeinen in de pan. Zo'n 16.000 soldaten vluchtten en verdronken in het moerasgebied. Vandaag gaat het er een stuk vrediger aan toe. Het meer is magistraal gelegen tussen heuvels die begroeid zijn met eeuwenoude olijfbomen en omringd door uitnodigende middeleeuwse stadjes. In tal van visserplaatsjes komt in gezellige restaurants lekker verse vis op tafel.
Rond het meer kan je heerlijk fietsen en wandelen, maar ook paardrijden. Er zijn negen maneges die tochten met een gids organiseren. Sportievelingen kunnen golfen, boogschieten, vissen, tennissen, zeilen, mountainbiken, windsurfen of jetskiën. Ook zonnebaden op één van de zeventien strandjes is populair. Zwemmen kan zowel in het meer als in de talrijke openbare zwembaden.
In de zomer bruist het van dorpsfeesten rond het meer. Toeristen kunnen ook mee op visvangst met de vissers van San Feliciano. Er zijn immers een hele reeks speciale Trasimeense netten waarmee de vissen in het meer worden verschalkt. Tot enkele tientallen jaren geleden vormde de visserij één van de pijlers van de lokale economie. Er wordt onder meer gevist op karper en paling. De bekendste is de 'koningin' van het meer: de 'carpa regina', die in allerlei gerechten opduikt en die vroeger zelfs als betaalmiddel diende.
Eilandjes
In het meer liggen drie kleine eilandjes: Isola Maggiore, Isola Minore en Isola Polvese. Isola Maggiore is het enige bewoonde eiland. Bezoekers kunnen er kennismaken met kantwerksters. Het kantklossen werd er in het begin van de 20ste eeuw geïntroduceerd en de dochters van de vissers bleken zo talentrijk dat het kantwerk ondertussen de grote trots van de 18 bewoners is geworden.
Wie helemaal rond het Trasimeense Meer wil rijden, is goed 120 km zoet. De omgeving is wondermooi: lage oevers soms met riet begroeid, tussen groene heuvels met olijfbomen, wijnranken en kastelen. Rond het meer rij je van het ene naar het andere historische dorpje. Zoals Magione, waar een versterkt middeleeuws huis met hoektorens ooit van de Tempelridders was en vandaag nog altijd eigendom is van de Maltezer Ridders.
Tuoro sul Trasimeno was het toneel van de bloedige veldslag tussen Romeinen en Carthagen. Er werden massagraven ontdekt en je kan de oorlogssite bezoeken. Het ommuurde Castiglione del Lago met uitzicht over het meer wordt 's zomers druk bezocht. Het levendigste en modernste oord aan het meer is Passignano, waar je kan inschepen voor Castiglione, aan de overkant, of voor de eilanden Maggiore, Minore en Polvese.
Perugia
Wie even weg wil van het meer, staat na 30 kilometer in Perugia. De hoofdstad van Umbrië heeft een prachtig bewaard historisch centrum met de onvoltooide kathedraal van San Lorenzo als blikvanger. Aan een bewogen verleden hield Perugia een rijk erfgoed over met middeleeuwse straten, monumentale graven en gotische fonteinen. Maar Perugia is ook een levendige universiteitsstad. 's Avonds zitten de terrasjes aan de Corso Vannuccia en de Piazza Fortebraccio vol studenten.
|