Jozef Pacolet berekent de werkelijke kostprijs van de dienstencheques xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
TIENEN - Met de steun van het ACV onderzocht de Tiense professor Jozef Pacolet aan het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de K.U.Leuven, de werkelijke kostprijs van de dienstencheques.
Jaarlijks 666.000 gebruikers, meer dan 100.000 werknemers, een zakencijfer van meer dan 1,65 miljard euro en een overheidssubsidie van 1,24 miljard euro. Met het dienstenchequestelsel is een nieuwe industrietak ontstaan: klanten genieten van een comfort dat vroeger alleen voor de beter gegoeden was weggelegd, werknemers kunnen eindelijk onder goede arbeidsvoorwaarden en met sociale bescherming aan de slag, met bovendien een eigen paritair comité en een opmerkelijke syndicale aanwezigheid.
Pacolets rapport stelt kritisch de vraag in welke mate het subsidiëren van deze activiteiten werkelijk een kerntaak is voor de overheid. Hoe ruim deze publieke financiering kan zijn. Of zij niet te genereus, zoniet exuberant is. Of de middelen niet selectief moeten besteed worden. Of de kostprijs voor de gebruiker best gedifferentieerd wordt.... De expansie van de dienstencheque is op het goede moment gekomen om de gevolgen van de ergste naoorlogse economische crisis te milderen. Maar nu de naweeën voor de publieke financiën duidelijk worden, breekt het moment van bezinning aan om het stelsel te heroriënteren om zo de duurzaamheid ervan te vrijwaren. Het rapport opent tal van pistes die snel kunnen ingevoerd worden, naarmate de economie herstelt.
|