TIENEN DRAAIT ROND Tienen - Tintelende stad -
Suikerstad -mijn stad -
01-06-2010
Terug naar mei 1940
Terug naar mei 1940 xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De forten rond Luik
De ondergrondse gangen van Tancrémont kun je op eigen houtje verkennen.Thomas Vanhaute
Zeventig jaar geleden viel nazi-Duitsland België binnen. Ook de fortengordel rond Luik kon de oprukkende tanks nauwelijks afremmen. Een toer langs bijna vergeten militair erfgoed. Gilbert Roox
Eben-Emael is een mastodont onder de forten, ingegraven in een mergelberg vlak bij de plaats waar het Albertkanaal en de Maas samenkomen. Verspreid over een oppervlakte van honderdvijftig voetbalvelden, liggen zeventien bunkers, kazematten en pantserkoepels, ondergronds verbonden door meer dan vijf kilometer tunnels. Bij zijn bouw in de jaren dertig gold het fort als onneembaar. Het had een vuurkracht van zomaar even twee ton granaten per minuut.
Daar viel op 10 mei 1940 jammer genoeg niets van te merken. In de ochtendschemering landden 78 Duitse commando's met zweefvliegtuigen boven op het fort, dat helemaal niet op een luchtaanval was bedacht. Dankzij explosieven met holle lading, een revolutionair nieuw wapen in die tijd dat dwars door beton en staal heen boorde, legden ze binnen een kwartier bijna alle artilleriebunkers het zwijgen op. Tegenaanvallen mochten niet baten, zelfs een beschieting door de naburige forten hielp niet. De volgende middag al gaf het meer dan 500 man sterke garnizoen zich in totale paniek over. De val van Eben-Emael lijkt een goedkope Belgenmop. In feite bewees de inname alleen maar dat de tijd van de mastodontforten voorgoed voorbij was.
Eén voordeel van de snelle overgave is dat het fort nagenoeg onbeschadigd bleef. Nieuwsgierige toeristen kunnen vandaag uren ronddwalen in de ondergrondse kazernestad, die door een vzw met steun van Defensie liefdevol als een museum wordt gerestaureerd. En dat doen zij steeds talrijker sinds Eben-Emael een rol kreeg in de populaire televisiereeks De smaak van De Keyser ook al zijn de meeste scènes elders gedraaid. Vorig jaar kwamen hier meer dan 25.000 bezoekers.
Voor de echte oorlogsfreaks zijn er speciale rondleidingen naar bunkers en pantserkoepels. Een favoriet is de grote koepel 120, met zijn snelvuurkanonnen die meer dan xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />17 kilometer ver droegen. Onderweg kun je her en der ook sporen van de verwoestende kracht van de Duitse holladingen zien: een weggeblazen trappenhuis, een geperforeerde geschutskoepel. Eben-Emael is zo uitgestrekt dat je het drie, vier keer kunt bezoeken.
Het indrukwekkendst is toch een wandeling tussen de door de natuur overwoekerde bunkers boven op het fort. Een zoekopdracht: vind de drie valse geschutskoepels die aanvallers moesten misleiden. Tip: de Duitsers hebben ze ook echt uitgeschakeld. Loop vervolgens door in de richting van het Albertkanaal. Het panorama vanaf de observatiebunker aan de rand van het kanaal, zestig meter dieper tussen loodrechte wanden, is ronduit adembenemend.
Rue du fort, Eben-Emael. Open één weekend per maand (maart-november) van 10 tot 18u., details www.fortissimus.be. Toegang alleen met gids: 6 euro.
2TANCREMONT:HET LAATSTE BOLWERK
Een fort met een beetje idylle, het kan: doordeweeks weiden hier schapen in de tankgracht en tussen de bunkers. Vergeleken met Eben-Emael is dit een vestzakfort, amper enkele hectare groot. Maar Tancrémont schreef geschiedenis: het fort gaf zich pas over op 29 mei, anderhalve dag na de Belgische capitulatie. Een gebeurtenis die elk jaar herdacht wordt met een salvo van 19 losse flodders uit een van de intrekbare koepels met kanonnen van 75mm.
Het bijzondere aan het fort van Tancrémont is dat alle kanonnen en mortieren nog aanwezig zijn. Bovendien kun je de ondergrondse gangen op eigen houtje verkennen, met als enig gezelschap een antieke cassette-audiogids. Een heel verschil met de drukte in de gaanderijen van Eben-Emael.
Let op de middeleeuws aandoende rolbrug in de ingangsbunker, waaronder zich een gracht van vijf meter bevindt. En op de merkwaardige mortierkelder met diepe schachten in het midden van het centraal massief. Uit de verte moet het geleken hebben of het vuur uit de grond spoot.
Hier werden de buitenopnamen van De smaak van De Keyser gedaan. Een goede keuze, want Tancrémont is, voor zover je dat van een fort kunt zeggen, allerschattigst. Veel sporen van gevechten zijn er niet over. Allicht waren de snel door Frankrijk oprukkende Duitsers het heldhaftige fort een beetje vergeten. Of betrof het hier een goddelijke interventie? De maagd Maria resideert immers vlakbij, in het bedevaartsoord Banneux.
Route de Tancrémont, Pepinster. Open elke eerste zondag van de maand (mei-oktober), van 13 tot 17u. Toegang: 4 euro.
www.fort-de-tancremont.be
3NEUFCHATEAU:VERKOCHT ALS OUD IJZER
Het fort van Aubin-Neufchâteau, vlak bij de Voerstreek, is het lelijke tweelingbroertje van Tancrémont. Een schroothandelaar stripte in 1970 de hele versterking, geschutskoepels inbegrepen, zodat het er nu desolaatheid troef is.
De schade aan het ingangsblok toont dat hier in de meidagen verbeten gevochten is. Vijf dagen lang bestookten de Duitsers het kleine, geïsoleerde fort met Stuka-bommenwerpers en zware mortieren. Het garnizoen capituleerde pas op 22 mei, toen het helemaal door zijn munitie (15.000 granaten) heen zat.
De ravage in de ondergrondse kazerne heeft een andere oorzaak. In de jaren 1943-44 testte het Duitse leger hier de allereerste bunker busters uit. De Röchling-granaat was een lang, smal projectiel dat in een hoge boogvormige baan werd afgevuurd en zo in staat was dikke betonlagen te doorboren. Zelfs 25 meter mergel en beton was blijkens de tientallen inslagen geen probleem. In een gang is nog één niet ontplofte granaat te zien, die zich vastgeboord heeft in de bodem.
Geen dag was Neufchâteau overeind gebleven als de Duitsers al in mei 1940 over dit verwoestende wapen hadden beschikt.
Rue colonel Dardenne, Neufchâteau (Dalhem). Open iedere derde zondag van de maand, van april t/m november. Eén gidsbeurt om 14 u. Toegang: 3 euro.
4LONCIN: HET FORT ONTPLOFT
Eigenlijk waren forten al in de Eerste Wereldoorlog door de militaire vooruitgang achterhaald. Getuige het fort van Loncin, een van de twaalf versterkingen van de in 1888 gebouwde vesting Luik. Ze waren maar half ingegraven en gemaakt uit ongewapend rolkeienbeton, dat laag per laag was aangebracht.
Een vogel voor de kat dus, toen de Duitsers in 1914 hun dikke Bertha's', mammoetkanonnen van 420 mm, in stelling brachten. Eén obus (zoals te zien in het lokale museum) woog zomaar even negenhonderd kilo. Nummer 25 was er tijdens het bombardement van 15 augustus te veel aan. Hij trof een munitiedepot, waardoor het hele fort van Loncin met een knal de lucht in vloog. 350 van de 500 Belgische soldaten kwamen om. De vesting Luik gaf zich gedemoraliseerd over.
Bijna een eeuw later schokt de omvang van de verwoesting nog altijd. Tonnenzware houwitsers en geschutskoepels zijn als speelgoed in het rond geslingerd; sommige liggen zelfs ondersteboven op hun voorpantser. Zelfs op het slagveld van Verdun is dit soort apocalyptische ravage niet te zien.
Vandaag is het fort van Loncin een militaire begraafplaats. Meer dan de helft van het garnizoen ligt nog onder het puin. In 2007 haalden ontmijners daar 3.500 obussen naar boven. Ze ontdekten ook 25 lijken, van wie er vier geïdentificeerd konden worden. Die werden bijgezet in de crypte van het fort.
Het Waals Gewest heeft de jongste jaren fors geïnvesteerd in de site. Toeristen krijgen een digitale audiogids mee. En om het kwartier worden ze vergast op een oorverdovende klankevocatie van de explosie van het fort. Toch haalt Loncin amper vijfduizend bezoekers per jaar. Een schande, want dit is met voorsprong 's lands meest indrukwekkende oorlogsmonument.
Route des Héros 15 bis, Loncin (Ans). Open iedere zaterdag en zondag (april-oktober) van 14 tot 18u. Toegang 5 euro. Op de jaarlijkse herdenkingsplechtigheid van 15 augustus vuurt het laatste intacte kanon van het fort een ereschot af. www.fortdeloncin.com