Aantal meldingen van ufo's stijgt spectaculair xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Belgen zien ze vliegen
Vorig jaar (van augustus 2008 tot juli 2009) noteerde het Belgisch ufo-meldpunt 51 meldingen van niet-geïdentificeerde vliegende objecten. Dit 'seizoen' zijn dat er al 138 (en we hebben nog vijf maanden te gaan). 'Steeds meer mensen zien iets vliegen', zegt Frederick Delaere van het meldpunt. Dirk Musschoot
De jongste melding bij het ufo-meldpunt dateert van 9 februari. Een getuige meldt dat hij die dag om 17.30 uur boven de horizon een 'grijze schuine lijn onder een hoek van 45 graden' heeft gezien, 'met vijf lichten'. Duur van de waarneming: 10 seconden. Een vliegtuig kon het niet zijn, want de lichten knipperden niet.
Frederick Delaere buigt zich al ruim veertien jaar over het verschijnsel ufo. Echte vliegende schotels heeft hij nog niet gezien, marsmannetjes ook niet. 'Toch geloof ik dat wij in het heelal niet de enigen zijn', zegt Delaere. 'Maar een bewijs daarvoor is nog nooit geleverd.'
De spectaculaire stijging van het aantal meldingen heeft volgens Frederick Delaere te maken met het bekender worden van het ufo-meldpunt en met het feit dat er toch enkele 'incidenten' zijn geweest. Delaere: 'Op 13 oktober kwam er heel zichtbaar een meteoor voorbij. Zoiets doet het aantal meldingen omhoog gaan.'
Vuurballonnen
Volgens Delaere is er voor ruim 90 procent van de ufo-meldingen een 'aardse uitleg'. 'In veel gevallen gaat het om vuurballonnen', zegt hij. 'Dat zijn papieren ballonnen waaronder een kous hangt die in brandspiritus is gedrenkt. Dergelijke ballonnen komen oorspronkelijk uit Azië en worden nu ook bij ons nogal eens opgelaten tijdens feestjes.'
Soms zien mensen meteoren, vliegtuigen, satellieten, het ruimtestation ISS, de spotlichten van een bioscoop, laserstralen van een of andere festiviteit. Dat zijn 'vliegende' objecten die Delaere, met een minimum aan informatie, kan identificeren. Maar niet altijd is de uitleg even makkelijk te geven. 'Het kan wel eens gebeuren dat het een tijd duurt voor je een vreemde lichtweerkaatsing op voorbijvliegende vogels als dusdanig kunt benoemen.' We zien slecht Tien procent van de waarnemingen blijft niet-geïdentificeerd, in hoofdzaak omdat er te weinig bijkomende informatie is. 'Soms zijn de beelden die men heeft geschoten of gefilmd van zo'n slechte kwaliteit dat we er weinig mee kunnen doen. Vaak ook ontbreekt het aan een heldere beschrijving en aan essentiële informatie als plaats en uur. Veel waarnemingen worden ook maar summier gemeld omdat mensen vrezen dat ze zich anders belachelijk gaan maken.' Mensen zijn ook slechte waarnemers, heeft Delaere geleerd. 'Voor de ene duurt iets drie minuten, voor de andere zeven minuten. Voor de ene deed het verschijnsel zich vlakbij voor, voor de andere was het toch behoorlijk ver. Tijd en afstanden: we zijn daar echt niet goed in.'
|