Geen diploma betekent: geen werk
NVT - De crisis doet de werkloosheid bij jongeren hoog oplopen. In Brussel dreigt een hele generatie verloren te gaan.
Het aantal werkloze jongeren (tot 30 jaar) in ons land is in de voorbije maanden met 17.000 gestegen tot een totaal van 137.000. De schoolverlaters van dit en allicht ook volgend jaar komen op een arbeidsmarkt terecht met weinig vacatures. Voor jongeren met een diploma is er hoop. Als de economie herleeft, zal er bij de bedrijven snel opnieuw vraag zijn naar jonge werkkrachten. Maar dat zal niet het geval zijn voor de vele duizenden jongeren die zonder diploma de schoolbanken hebben verlaten.
Vooral in Brussel dreigt een generatie jongeren verloren te gaan. Liefst een op de vijf van alle Brusselse jongeren verlaat de school vroegtijdig, zonder diploma. Met desastreuze gevolgen: slechts zes Brusselse jongeren op de tien hebben werk. In Vlaanderen is dat bijna negen op de tien.
Ondanks die grote regionale verschillen pleitte de federale minister van Arbeid, Joëlle Milquet (CDH), gisteren nadrukkelijk voor een nationaal jongerenbanenplan. In het Vlaams Parlement hebben partijen van zowel meerderheid als oppositie kritiek geleverd op het federale initiatief. Ze verweten Milquet inmenging in het regionale arbeidsmarktbeleid. Een sceptische Philippe Muyters (N-VA), de Vlaamse minister van Werk, liet zich ontvallen dat het om 'dure maatregelen' gaat die het risico inhouden 'niet zinvol te zijn'.
Gelukkig meent de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid dat de stijgende jeugdwerkloosheid niet van blijvende duur zal zijn. Als de economie herleeft, en onder druk van de toenemende vergrijzing van de bevolking, zal er heel snel opnieuw veel vraag zijn naar jonge werkkrachten, aldus Jan Smets, de ondervoorzitter van de Hoge Raad gisteren, bij de voorstelling van een lijvig rapport over de 'inschakeling van jongeren op de arbeidmarkt'.
Smets benadrukte bij herhaling het belang van een goede scholing van jongeren om met kans op succes naar een baan op zoek te gaan. Alle statistieken geven hem gelijk. Van alle jongeren die hogere studies hebben gedaan, vindt 90 tot 95 procent binnen de eerste twee jaar na afstuderen een baan. Bij laaggeschoolden zakt dat percentage tot amper 60 procent. Of nog: bij hoger geschoolde jongeren is de helft al aan het werk op de leeftijd van 22 jaar; bij lager geschoolden (die veel vroeger de schoolbanken hebben verlaten) is dat pas het geval op de leeftijd van 25 jaar.
Al bij al lopen de Belgische cijfers over het aantal werkende (78 procent) en het aantal werkloze jongeren (10 procent) min of meer gelijk aan de Europese gemiddelden (76 en 10). Maar voor twee categorieën scoort ons land veel slechter: voor lager geschoolde jongeren en voor jongeren van allochtone afkomst in het bijzonder. Bij deze groepen loopt de werkloosheid op tot 25 procent.
Bovendien maskeert het Belgische cijfer enkele bijzonder grote verschillen tussen de drie regio's. Terwijl in Vlaanderen bijna negen op de tien van alle jongeren (tot 30 jaar) een baan hebben, geldt dat in Brussel voor maar zes jongeren op de tien (zie tabel). In Brussel ligt de jeugdwerkloosheid driemaal hoger.
De verklaring is eenvoudig. In Brussel is de groep laaggeschoolde of zelfs helemaal ongeschoolde jongeren vele malen groter dan in Vlaanderen. Liefst een Brusselse jongere op de vijf (19,9 procent) verlaat vroegtijdig de schoolbanken, zonder zijn studies af te maken en dus ook zonder diploma. In Vlaanderen gaat het om 8,5 procent, ook geen klein aantal. Nog een verschil in scholing: in het onderwijs van de Franse Gemeenschap heeft 60 procent van de 17-jarigen al een jaartje (of meerdere schooljaren) moeten overdoen - in Vlaanderen is dat 38 procent.
Jongeren met een gebrek aan scholing betalen dat cash als ze op zoek gaan naar een job, aldus Smets. Hij pleitte nadrukkelijk voor een herwaardering van het technisch onderwijs ('broodnodig om alle technische knelpuntberoepen in te vullen') en voor bijkomende taalcursussen voor allochtone kinderen (en hun ouders!). Voor werkloze jongeren zonder diploma moeten er aangepaste opleidingen en werkervaringsformules opgezet worden.
|