De Belgische kiwibes: lekker maar duur
De Belgische fruitteelt is een soort rijker: de kiwibes. Deze “kleine kiwi” is niet nieuw, want werd al vanuit Frankrijk en Italië in ons land ingevoerd, maar groeit nu ook op onze bodem en in ons klimaat. Dat is het resultaat van een samenwerking tussen de Wase fruitveiling Profruco en de Hogeschool Gent. De nieuwe Belgische fruitsoort kan een boost betekenen voor een nichemarkt in onze fruitteeltsector en komt bovendien tegemoet aan de vraag naar Belgisch gebruiksvriendelijk fruit.
Een kiwi, maar dan in het klein
De kiwibes of Actinidia Arguta, ook wel de Siberische kruisbes genaamd, behoort tot hetzelfde geslacht als de gewone kiwi, maar komt oorspronkelijk uit koudere streken in Noordoost-Azië en zelfs Siberië. Dat maakt dat de vrucht ook in onze streken goed gedijt.
De kiwibes is een kleine kiwi, nauwelijks groter dan een druif en met een haarloze dunne schil. Daardoor kan men het zo uit het vuistje eten, in tegenstelling tot de gewone kiwi die men moet schillen of doorsnijden en uitlepelen. Qua voedingswaarde en smaak moet de kiwibes niet onderdoen voor een gewone kiwi. Het vruchtvlees is zacht en sappig, en smaakt zoet. Op kamertemperatuur is de kiwibes zowat een week houdbaar, in de frigo langer.
De Vlaamse tuinbouw diversifieert
De telercoöperatie Profruco, het departement biowetenschappen van de Hogeschool Gent en de provincie Oost-Vlaanderen slaagden erin om de teeltomstandigheden zo te optimaliseren dat een selectie kiwibesrassen in het Belgische, gematigde klimaat kan groeien in openlucht.
Dat is een opsteker voor onze landbouw, die de laatste tijd rake klappen te incasseren kreeg. Vooral voor de telers van aardbeien en ander zacht fruit, die te maken hebben met hoge energiekosten voor de kweek in serres, is dit een interessante neventeelt en een commerciële opportuniteit in een nichemarkt
|