Miles Davis' Kind of Blue wordt vijftig
Om het te beluisteren druk op de foto

Maandag is het precies vijftig jaar geleden dat 'Kind of Blue' van
Miles Davis uitkwam. Met ongeveer zes miljoen verkochte exemplaren is
het een van de best verkochte platen uit de jazzgeschiedenis, maar het
is ook een van de meest invloedrijke platen. De blauwe hoes is een
icoon geworden. Rolling Stone zette de plaat op nummer twaalf in de
lijst van honderd beste albums.
Improvisatie Vlak
voor ze de legendarische Columbia-studio in New York introkken in de
lente van 1959, nam trompettist Miles Davis contact op met zes
muzikanten die nauwelijks wisten wat ze moesten spelen. Van de zes
nummers op de plaat werden er vijf in één 'take' opgenomen. De
improvisatie kreeg de vrije loop. Davis, die toen 33 was maar al tot de
groten in de jazz behoorde, was op zoek naar nieuwe uitdrukkingsvormen.
Modale muziek Met
de saxofonisten Julian 'Cannonball' Adderley (alt) en John Coltrane
(tenor), de bassist Paul Chambers, Jimmy Cobb op drums en Bill Evans op
piano verkende Davis het hele spectrum van toonladders, in plaats van
enge en jachtige akkoorden. Onder invloed van klassieke composities van
Bela Bartok en Maurice Ravel en een theorieboek van bandleider en
arrangeur George Russel wou Davis met Evans ook de mogelijkheden van de
modale muziek doorgronden, zoals die in het Oosten voorkomt of in de
kerktoonaarden van de Middeleeuwen.
Componist en producer Quincy
Jones - de man achter 'Thriller' van Michael Jackson - noemde 'Kind of
Blue' "zijn dagelijks fruitsapje". De pianist Chick Correa zei dat de
plaat de weg opende naar een nieuwe muzikale taal. Velen beschouwen het
album als "het" geluid van New York in de jaren 50.
|