Op de eerste dag van het schooljaar vraagt, juffrouw Marleen aan de leerlingen van haar klas, om iets over zichzelf te vertellen. Kwestie van elkaar beter te leren kennen. Op de vraag naar het beroep van moeder en vader, is het de beurt aan Pietje. Zegt die: "Mijn moeder werkt in Antwerpen. Als prostituee. En mijn vader is ruiter in Damascus." De lerares wordt er een beetje verlegen bij. "Ben je daar wel zeker van,Pietje? Dat moet je slecht verstaan hebben. Vraag het hen eens vanavond, en weet het ons morgen eens te zeggen." De volgende dag,al tijdens het eerste uur van de les, vraagt juffrouw Marleen aan Pietje wat hun beroep nu juist is. Zegt hij: "Mijn moeder werkt in Antwerpen als prostituee. Dat klopt,maar dat van mijn vader had ik verkeerd verstaan. Die ligt met een druiper in't Erasmus."
|